Slechts drie procent van alle consumenten die op een traditionele manier tv kijken, hebben inmiddels besloten om hun tv-abonnement in te ruilen voor een OTT (over-the-top)-variant. Dit zogeheten cord cutting blijft ondanks de vrees van veel aanbieders van traditionele betaal-tv vooralsnog beperkt tot een kleine groep, zo blijkt uit onderzoek van Rovi naar het gedrag van abonnees op betaal-tv en OTT-diensten in de VS, Europa en Azië.
Met zeven procent heeft de VS een bovengemiddeld aantal daadwerkelijke ‘cord cutters’. In landen zoals Duitsland, Frankrijk, China en India ligt dit op zo’n twee procent. Over alle onderzochte markten bekeken stelt 57 procent van de consumenten dat ze vaak tot soms gedacht hebben over het inruilen van hun traditionele tv-abonnement voor een abonnement op een OTT-aanbieder van lineaire tv.
Het grootste probleem voor mensen die zijn overgestapt naar een OTT-dienst, blijkt niet het abonnementsgeld te zijn, maar het vinden van content. Bijna driekwart (73%) van de respondenten stelt dat zij zeer tot enigszins gefrustreerd raken door het moeten zoeken naar content die ze willen bekijken. Gemiddeld besteden consumenten 19 minuten per dag aan het zoeken naar content om te bekijken. 67 procent van de respondenten geeft aan dat ze graag geld betalen voor verlenging of upgrading van hun OTT-abonnement, wanneer de aanbieder betere zoekmogelijkheden of aanbevelingen zou geven.
Tv-markt in Nederland
De tv-markt in Nederland is in het eerste kwartaal van dit jaar gegroeid met netto 10.000 abonnementen, om uit te komen op een totaal van 7,87 miljoen, aldus onderzoek van Telecompaper. In Nederland is de trend van cord-cutters (huishoudens die geen tv meer afnemen via hun tv-provider) op het moment niet te zien, zo meldde Telecompaper afgelopen juli. In Nederland nam de afgelopen jaren de tv-penetratie alleen maar verder toe. In het tweede kwartaal van 2015 had zeven procent van de 20-29 jarigen geen tv-aansluiting. Bij 65-80 jarigen ligt dit op één procent.Nederlanders kijken gemiddeld nog twee uur per dag naar lineaire tv, oftewel het kijken naar videocontent op het moment dat dit wordt uitgezonden. Daarmee is deze manier van televisie kijken nog steeds het meest populair. Inmiddels wordt wel 61 procent van de kijktijd besteed aan het kijken van videocontent op andere manieren, zo blijkt uit de nieuwste versie van het Dutch Consumer Video Behaviour-rapport van Telecompaper.
Consumenten met een triple play-abonnement bij een glasvezel- of DSL-aanbieder zijn vaker bereid om hun tv-abonnement te vervangen door een online tv propositie dan klanten van een kabeloperator. Ook overwegen dual spelers vaker om hun tv-abonnement op te zeggen. Dit blijkt uit ander onderzoek van Telecompaper op basis van zijn Consumer Panel in juli 2015. De voorwaarden zijn dat zo’n online tv-abonnement minimaal de meest populaire Nederlandse tv-zenders biedt (de NPO-zenders en de zenders van RTL en SBS) en een besparing van minstens 100 euro per jaar oplevert.
