Nokia heeft tijdens zijn Capital Markets Day doelstellingen geformuleerd voor 2010 en 2011. Wat opvalt, is dat het bedrijf volgend jaar met een aantal blikvangers wil komen: twee smartphones op Symbian en een mobile computer op het Maemo besturingssysteem. In het oog springt ook dat Nokia een terugkeer naar marktgroei voorspelt. Krimpt de handsetmarkt dit jaar nog met 7 procent (aldus de meest recente prognose van Nokia), in 2010 moet er een groei zijn van 10 procent in volumetermen. Daarbij verwacht Nokia een stabiel marktaandeel, gemeten in volumes (38%). Ook de infrastructuurmarkt, waar het via Nokia Siemens Networks (NSN) actief is, moet laten zien dat de bodem bereikt is: de groei in eurotermen gaat van van -5 procent in 2009 naar vlak in 2010.
De grotere lijn in de plannen van Nokia is dat het eigenlijk geen keuze maakt tussen handsets, infrastructuur, besturingssystemen, diensten en kaarten. Daarmee is er weinig focus in de aanpak van het management, maar gelet op het aantrekken van de markten mocht niet verwacht worden dat Nokia uit een van deze activiteiten (NSN zou in aanmerking kunnen komen) zou stappen.
Ten aanzien van handsets en diensten maakt Nokia ook al geen keuze (zie ons commentaar ‘Tijd dringt voor Nokia bij keuze voor mobieltjes of diensten’). Wat diensten betreft, toont het management zich ronduit optimistisch. Het wil naar 300 miljoen actieve gebruikers in 2011. Of dat haalbaar is, ‘is anyone’s guess’, maar Nokia treft wel een aantal goede voorbereidingen. Er is een duidelijke keuze gemaakt voor besturingssystemen (S40 voor handsets, Symbian voor smartphones, Maemo voor mobile computers), waarbij ontwikkelaars de beschikking krijgen over het nieuwe Qt platform, waarop applicaties ontwikkeld kunnen worden voor de verschillende besturingssystemen.
Op het gebied van handsets komt Nokia ook al met een aantal nogal vrijblijvende claims: in 2010 moeten twee ‘major product milestones’ bereikt worden in de smartphonemarkt en in H2 van 2010 moet een mobile computer, die draait op Maemo, gelanceerd worden. Dat moet de markt dus maar geloven. Overigens kiest Nokia hier een geheel andere route dan Google, dat vaak juist in een vroeg stadium al een prototype laat zien of een demonstratie geeft, om bij de verdere ontwikkeling van de inbreng van derden te kunnen profiteren. In de portfolio van Nokia moet het belang van smartphones van ongeveer 40 naar 50 procent en van mobile computers van nul naar ongeveer 12,5 procent in 2011. Eind 2010 al moeten toestellen met een touch screen en/of een qwerty-toetsenbord driekwart van de smartphoneportfolio uitmaken, tegen iets meer dan 50 procent nu.
Toch past er enig optimisme bij de plannen van Nokia. Het is al eerder voorgekomen dat het marktaandeel terugviel van 40 naar minder dan 30 procent, om weer op te veren naar 38 procent. Daarbij beschikt Nokia over een indrukwekkende infrastructuur, bestaande uit R&D, fabrieken, relaties met operators en distributeurs. Tellen we de ‘points of sale’ in het Midden Oosten, Afrika, India en China op, dan komen we tot 320.000, tegenover 150.000 voor Samsung. Maar bovenal: Nokia heeft sterke relaties met toeleveranciers. Tijdens de presentatie pochte het management met de kostenvoordelen ten opzichte van Oosterse tegenhangers als ZTE, Samsung en LG. Danzkij schaalvoordelen ligt de ‘bill of materials’ (BOM) van een aantal populaire Nokia-handsets 10 to 30 procent onder die van de directe concurrenten.
Conclusie: Nokia’s plannen zijn weinig concreet en hebben daardoor iets vrijblijvends. In de beurskoers komt dit tot uiting: op het moment van het persbericht (13:00 lokale tijd) daalde de koers enkele procenten. Het zal echter niet de eerste keer zijn dat Nokia een geslaagde draai maakt.
