In een artikel deze week in Metro wordt beweerd dat de prijs van mobiel bellen en internetten in Nederland vijf keer zo laag kan. Dat komt hoofdzakelijk door de hoge investeringen in frequenties die mobiele operators moeten doen. De kosten worden vervolgens weer bij de klant neergelegd, die zich geconfronteerd ziet met een - volgens het artikel althans - torenhoge rekening. "Je betaalt zo 50 euro per maand voor onbeperkt bellen en internetten, maar dat zou zomaar een tientje kunnen worden."
Consumenten zouden er volgens Metro beter aan doen een los toestel aan te schaffen en hier vervolgens een sim-only abonnement bij te nemen. Inderdaad kan het zo zijn dat de maandelijkse prijzen van pakketten met een mobiel toestel duurder zijn dan sim-only pakketten met een los toestel. Dat hangt dan af van waar men een toestel koopt en welk type toestel, alsmede bij welke provider men een sim-only koopt. Immers, wie genoegen neemt met 'minder' kan al voor een paar tientjes eigenaar zijn van een smartphone met de meest broodnodige internetapplicaties voor browsen, mailen, WhatsApp en Facebook.
Maar in praktijk trekken toch vaak de gerenommeerde merken de aandacht van de consument. Een Apple iPhone, een Samsung Galaxy S4, een HTC One of Nokia Lumia 925: stuk voor stuk high-end modellen die in combinatie met een abonnement van 40,50 of 60 euro per maand worden verkocht. Wil je dergelijke toestellen op voorhand los kopen, dan tast je direct diep in de buidel. En niet iedereen is in staat vooraf honderden euro's uit te geven (of dat nu apart is of in het maandelijkse abonnement verweven zit). Uit het Telecompaper Consumenten panel blijkt dat in Q1 2013 slechts 26 procent een postpaid sim-only en 15 procent een prepaid sim-only bezat.
Het lijkt Telecompaper, net als de ACM, sterk dat met 10 euro voor onbeperkt bellen en internetten een mobiele aanbieder uit de kosten zou kunnen komen. De kosten voor de veiling mogen dan wel hoog geweest zijn, maar die kosten zijn het gevolg van de manier van veilen waarbij de mobiele aanbieders tegen elkaar op moesten bieden. Het spectrum is voor deze partijen noodzakelijk om (nieuwe) diensten te kunnen aanbieden. Echter, na aankoop van het spectrum moet het netwerk nog gebouwd/vervangen/bijgehouden worden en ook die kosten moeten meegenomen worden in het totaalplaatje van hoe de aanbieders hun prijzen samenstellen. Daarnaast vallen de kosten van de veiling eigenlijk wel mee als men het op een andere manier bekijkt: afgerond was het 4 miljard euro voor een looptijd van 17 jaar. Als we dat delen door de ongeveer 17 miljoen mensen in Nederland komt dat dus neer op EUR 1.15 per maand.
Hoewel het correct is van Metro om te stellen dat het aantal mobiele netwerk spelers klein blijft, vergeet men erbij te zeggen dat Nederland een van de meest actieve virtuele markten heeft, en de consument in totaal uit zo’n 70 merken kan kiezen voor zijn mobiele telefonie. Daarnaast zou het in een klein land als Nederland niet commercieel haalbaar zijn om nog meer netwerk aanbieders te hebben want het totaal aantal klanten blijft beperkt in een land met zo’n 17 miljoen inwoners.
Voor het einde van 2013 komt Telecompaper met een eigen onderzoek naar mobiele tarieven in West-Europa.
