Toeleverancier Hemmink meldt zich op de Nederlandse glasvezelmarkt met een nieuw totaalconcept, Vibe. Het omvat alle componenten met daarbij advies en ontwerp.
Een aantal observaties.
Om te beginnen blijkt de Nederlandse glasvezelmarkt alles behalve vergeven aan KPN en Reggefiber. Rabo Bouwfonds CIF probeert de kabelmarkt te consolideren en is druk bezig met de verglazing van de netwerken in Loenen en Krimpen, waar CAIW de diensten levert. Onlangs meldde zich Jelcer met het plan om het riool in te zetten als ducts, iets waarmee i3 Group in Groot-Brittannië al enige tijd actief is. OONO en Teleplaza hebben we al eerder ontmoet. Zij zijn actief op de actieve laag en spelen een rol in vraagbundelingstrajecten. Eerder dit jaar betraden Plinq, Tweak en KickXL de markt als dienstverleners en onlangs commiteerde Vodafone, met Eurofiber, zich aan de FTTO-markt, waarbij een overstap naar de consumentenmarkt niet kan worden uitgesloten. Ten slotte heeft ook Tele2 zijn glasportfolio uitgebreid, door de overname van BBned, met providers Bbeyond voor de zakelijke markt en InterNLnet voor consumenten (Alice zal als merk allicht verdwijnen).
Terzijde: het is goed voor het begrip om de spelers op de actieve, passieve en dienstenlagen steeds goed gescheiden te houden. Wat de genoemde partijen betreft:
• Passief: Reggefiber, CIF, Eurofiber, Jelcer.
• Actief: KPN, CAIW, OONO, Teleplaza, BBned, Vodafone.
• Diensten: KPN, CAIW, Plinq, Tweak, KickXL, Bbeyond, InterNLnet, Vodafone.
Terug naar Hemmink. Ook voor deze onderneming geldt: de glasvezelmarkt (FTTx) staat nog maar in de kinderschoenen. Naast partijen als Draka, Alcatel-Lucent en Schuuring is er nog ruimte genoeg voor een (min of meer) nieuwkomer. Nu kiest Hemmink bovendien een handige focus: zijn bestaande relaties met de kleine kabelbedrijven, die tamelijk massaal kiezen voor FTTH, en in sommige gevallen Docsis 3 eenvoudig overslaan. Opvallend is ook dat men kiest voor een paar innovaties. Iskratel is een partij van naam, maar hoofdzakelijk in Oost-Europa, met een duidelijke focus op point-to-point verbindingen en open access (wholesale). En Silec Cable heeft een extra dunne kabel waarin ‘stress’ voorkomen wordt doordat het gebruikte materiaal dezelfde uitzettingscoëfficiënt heeft als glas. Als dat niet zo is, kan door temperatuurswisselingen spanning in het glas ontstaan, wat het signaal degradeert. Traditioneel wordt dat in Nederland opgelost door te werken met een holle mantel, waarin de open ruimte met gel gevuld wordt. Silec zegt dit niet nodig te hebben, waardoor het op ruimte en dus op geld kan besparen.
Tot besluit het buzzword TCO (total cost of ownership). Het heeft ogenschijnlijk een zeker bla-bla gehalte, maar toch zit er een goede gedachte achter. In de TCO komen namelijk allerlei kostenposten samen, zowel opex als capex en niet alleen de korte maar ook de lange termijn. Het gaat om zaken als duurzaamheid, groen, toekomstvastheid, etc. die samenkomen in de operationele kosten (opex). En als de opex-besparingen maar groot genoeg zijn, wordt het gemakkelijker om de kapitaalsinvestering (capex) te accepteren. Vandaar dat Hemmink met zijn focus op kleine kabelbedrijven een slimme keuze maakt. Hun CATV-netwerk is immers geoptimaliseerd voor broadcasttelevisie en veel minder geschikt voor communicatie (telefonie of breedband). Door over te schakelen op FTTx (voor breedband en telefonie) kunnen zij een forse opex-besparing maken, en al helemaal als zij Docsis 3 overslaan. Daarnaast zijn zij eigendom van partijen met een bij uitstek lange horizon (gemeente of CIF). Als zij hun netwerk geleidelijk uitrollen, kan het capex-budget uitgesmeerd worden over een aantal jaren. Overigens is deze markt maar van beperkte omvang (zo’n 400.000 huishoudens), dus het is nog de vraag of Hemmink ook landelijk een rol van betekenis kan gaan spelen.
Conclusie: de Nederlandse glasvezelmarkt is springlevend!
