Facebook heeft de lancering van zijn Oversight Board uitgesteld tot dit najaar. Het bedrijf stelt dat de eerste leden in mei zijn aangekondigd en dat het bestuur zich nu richt op het opzetten van een nieuw instituut. Het onafhankelijke bestuur werd in januari vorig jaar voor het eerst aangekondigd om tegemoet te komen aan de wijdverbreide bezorgdheid over verkeerde informatie en misbruik op het sociale-mediaplatform van Facebook. De oprichting van het Oversight Board valt onder de overeenkomst die is ondertekend met de Amerikaanse Federal Trade Commission, die afgelopen zomer een boete van USD 5 miljard heeft opgelegd wegens schending van de privacy van haar gebruikers. Het idee is om Facebook meer verantwoordelijkheid te geven en het besluitvormingsproces te verbeteren.
Marktkenners hebben opgemerkt dat de Oversight Board te laat zal komen om desinformatie rond de Amerikaanse presidentsverkiezingen die in november worden gepland, te voorkomen of te helpen voorkomen.
Boycot
Een groeiend aantal adverteerders is een boycot begonnen tegen het sociale netwerk en zegt dat het meer moet doen om aanstootgevende inhoud op zijn platform te bestrijden. Unilever, Coca-Cola, Starbucks, Levi's, Honda en Verizon behoren tot de merken die hebben gezegd dat ze pas op de sites van het bedrijf zullen adverteren als het meer doet om haatzaaien te bestrijden. Digicel en Ewe hebben zich ook bij de campagne aangesloten.
Het bedrijf hield onlangs een Zoom-bijeenkomst met voorvechters van burgerrechten om te praten over het contentbeleid van het bedrijf, meldde de Wall Street Journal. De advocaten zeiden dat er tijdens de bijeenkomst niet veel solide vooruitgang is geboekt.
Facebook zei in een verklaring na de bijeenkomst dat het miljarden dollars heeft geïnvesteerd in het modereren van content en honderden blanke supremacistische entiteiten van zijn platforms heeft gehaald. Het bedrijf zei dat het beloofde haar beleid rond discussies over het gebruik van geweld door de regering te heroverwegen. Het bedrijf heeft ook gezegd dat het berichten van politici zou gaan labelen die de inhoudsnormen hebben geschonden, maar die door Facebook worden beschermd omdat ze nieuwswaarde hebben.
De burgerrechtenorganisaties voerden aan dat de handhaving van zijn beleid door Facebook niet voldoet aan zijn eerdere toezeggingen om verkeerde informatie, aanzetten tot haat, radicalisering en merkveiligheid aan te pakken. Veel voorbeelden van dergelijke inhoud zijn nog steeds gemakkelijk te vinden op het platform, merkten ze op. De burgerrechtenorganisaties willen graag dat Facebook een leidinggevende met burgerrechtenexpertise benoemt om meer aandacht te besteden aan hun zorgen en om restituties te bieden aan adverteerders wiens advertenties worden weergegeven naast inhoud die later wordt verwijderd wegens schending van zijn beleid. Leidinggevenden van Facebook erkenden het streven naar een dergelijke leidinggevende, maar zeiden dat het bedrijf niet meer zou zeggen over de vereisten of de status van de rol.
