Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem meldt tevreden te zijn met het voorlopig akkoord dat de Europese landen en het Europees Parlement hebben gesloten over EFSI. Het Europees Fonds voor Strategische Investeringen, ook wel het “Juncker-fonds” bevatte 8 miljard euro om als garantie te gebruiken bij private investeringen.
Om aan dat bedrag te komen, werd echter zes miljard weggehaald uit de zevenjaarsprogramma’s Horizon2020 (onderzoek en innovatie) en Connecting Europe Facility (CEF, infrastructuur). In het voorlopig akkoord wordt de korting op beide programma’s lager, terwijl van jaar tot jaar wordt bekeken of er nog geld overblijft in de EU-begroting.
Dat akkoord betekent dat de Europese Investeringsbank (EIB) door kan gaan met de al ingezette selectie van projecten met een flinke hefboom.
Het EFSI is een garantie op investeringen door de EIB. Met een garantie van 16 miljard euro uit de EU-begroting en 5 miljard euro eigen kapitaal is de EIB in staat om voor ca. 60 miljard euro investeringen aan te gaan. Die investeringen kunnen door de garantie een hoger risicoprofiel kennen dan reguliere EIB-investeringen.
Door het strategische risico dat de EIB hiermee neemt, is het mogelijk bij iedere investering een groter deel cofinanciering van andere (veelal private) partijen aan te trekken, om uiteindelijk in Europa te komen tot ca. 315 miljard euro extra investeringen.
De Nederlandse regering zegt dat de governance van EFSI – wie krijgt wat – door onderhandelingen is versterkt. Den Haag heeft na overleg met bedrijfsleven, lagere overheden en belangenorganisaties besloten dat meer sturing wenselijk is bij het aanvragen van gelden uit het fonds. Daarvoor is het Netherlands EFSI Investment Agency (NEIA) opgericht, dat gaan helpen met het papierwerk.
