Minister Maxime Verhagen van EL&I is bereid om bij Eurocommissaris Kroes te pleiten voor het afdwingen van netneutraliteit op EU-niveau. Dat laat Verhagen weten in antwoord op Kamervragen van Tweede-Kamerlid Martijn van Dam (PvdA). Van Dam had Verhagen vragen gesteld naar aanleiding van berichtgeving december 2011 over het structureel afknijpen van mobiel VoIP-verkeer door Europese providers.
Verhagen ziet een open internet als ‘groot goed’. Hij vindt netneutraliteit daarvoor een goed instrument. Daarbij mogen operators geen geld vragen voor over-the-top (OTT) diensten die niet door hen worden geleverd, zoals mobiele VoIP (bijvoorbeeld Skype, Viber) en chat (zoals WhatsApp). ‘Ik zal in de Telecomraad, waar mevrouw Kroes ook zitting in heeft, wijzen op het belang van een Europese regeling van netneutraliteit om open toegang tot internet te garanderen,’ zo schrijft Verhagen. Kroes liet vorig jaar nog duidelijk blijken niet blij te zijn met de opname van netneutraliteit in de Nederlandse Telecomwet. Zij noemde dit ‘voorbarig’.
Verhagen laat weten te beseffen dat de huidige verdienmodellen van mobiele operators (inkomsten uit spraak en sms) onder druk staan door de opkomst van diensten zoals mobiele VoIP en mobiele chat. Volgens de minister biedt de nieuwe Telecomwet operators echter nog voldoende ruimte om nieuwe verdienmodellen te ontwikkelen. ‘Aanbieders zijn vrij om de hoogte van hun tarieven te bepalen en daarbij te differentiëren naar bijvoorbeeld bandbreedte en hoeveelheid dataverbruik.’
Verhagen benadrukt dat DPI (deep packet inspection) als maatregel om dataverkeer op netwerken te optimaliseren en congestie te voorkomen, gewoon toegestaan blijft wanneer netneutraliteit via de nieuwe Telecomwet kan worden afgedwongen. Het gebruik van DPI door operators om het soort mobiel-internetverkeer te controleren, leidde vorig jaar tot een politieke discussie die eindigde met de opname van netneutraliteit in de nieuwe Telecomwet. Deze wet ligt nu ter goedkeuring voor aan de Eerste Kamer. Netneutraliteit is meegenomen in artikel 7.4.
