Vertrekkend Europees Commissaris Joaquin Almunia (kartel- en concurrentiezaken) uit in een interview met Wall Street Journal veel kritiek op de irrationele en defensieve reacties van Europese politici op het langlopende onderzoek naar vermeend monopoliegedrag van Google met zijn zoekmachine.
Volgens Almunia is er de afgelopen jaren sprake geweest van ongekende politiek druk op hem voorafgaand aan het heropenen van het onderzoek naar Google voor de vierde keer. Volgens Almunia heeft Google voor veel emotionele reacties gezorgd, soms op het irrationele af. De Europees Commissaris denkt dat deze reacties deels voortkomen uit het achteropraken van de Europese hightech-sector op de Amerikaanse rivalen.
Almunia, die eind oktober vertrekt, verdedigde in de WSJ de wijze waarop zijn agentschap het onderzoek naar Google heeft uitgevoerd. Hij stelt ook dat hij niet is gezwicht onder externe druk om strenger op te treden tegen Google. Almunia voegt daar aan toe dat het niet logisch is om te denken dat één enkele partij, ook een gigant als Google, in staat is om internetvrijheden, -rechten en -privacy te ondermijnen. Almunia wordt opgevolgd door Margrethe Vestager, die tijdens hoorzittingen in het Europees parlement heeft bevestigd dat het onderzoek naar Google een prioriteit blijft.
