Bijna de helft (49 procent) van de Nederlanders zegt geen behoefte te hebben aan meer dan 50 Mbps aan downloadsnelheid, blijkt uit nieuw onderzoek van Telecompaper. Daarentegen denkt 16 procent van de consumenten dit binnen vier jaar wel nodig te hebben, waarmee de potentiële markt een omvang heeft van 1,2 miljoen huishoudens.
Consumenten lijken beter op de hoogte te zijn van wat de term supersnel breedband inhoudt. Een jaar geleden wist 51 procent geen antwoord op de vraag of ze 50 Mbps of meer nodig hebben, dat percentage is gedaald tot 30 procent. De groep mensen die zo'n snelheid wil hebben, groeide van 15 naar 20 procent.
Het groeiende aanbod van snelle abonnementen via kabel (Docsis 3.0 ) en VDSL draagt bij aan de naamsbekenheid bij de consument, stelt Ed Achterberg, directeur van Telecompaper en co-auteur van het rapport 'Dutch Consumer Connected 2010'. De belangstelling is het grootst bij jongeren tot 30 jaar en bij de consumenten die glasvezel hebben, qua omvang overigens nog een kleine groep.
Glasvezel wordt gezien als de meest waarschijnlijke technologie om supersnel breedband te leveren: 28 procent van de respondenten denkt dat hun toekomstige verbinding van 50 Mbps of hoger via fiber komt. De kabel wordt door een kwart genoemd en bijna de helft van de huidige kabelabonnees verwacht bij de kabel te kunnen blijven.
Het onderzoek heeft ook gekeken naar de belangrijkste criteria die de keuze voor een bepaald abonnement bepalen. Voor 26 procent is een triple-play-aanbieding de belangrijkste factor, hetzelfde aantal noemt de prijs als leidend. Een aanbieding met een downloadsnelheid van meer dan 50 Mbps is voor 22 procent de belangrijkste reden.
Het rapport 'Dutch Consumer Connected 2010' is gebaseerd op het Telecompaper Consumer Panel, een online onderzoek in het derde kwartaal onder consumenten tussen 15 en 64. Het rapport beschrijft het gebruik van breedband en consumentenvoorkeuren, uitgesplitst in gezinssamenstelling, gezinsinkomen, leeftijd en type abonnement.
