Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 6 november 2018 uitspraak gedaan in de beroepen van T-Mobile Nederland, T-Mobile Thuis en Tele2 Nederland tegen het tariefbesluit ontbundelde glastoegang (FTTH). In dat besluit zijn de tariefsplafonds vastgesteld per 1 januari 2016. Het CBb heeft die beroepen ongegrond verklaard.
T-Mobile Nederland, T-Mobile Thuis en Tele2 hadden beroep aangetekend tegen het besluit omdat er volgens deze partijen sprake zou zijn van dubbele vergoedingen voor KPN binnen het tariefsbesluit. In de tarieven is rendementscomponent verwerkt met daarin een opslag voor glas- en reguleringsrisico. De glasopslag dekt het risico van glasvezelnetwerken dat hoger is dan bij kopernetwerken. De opslag voor het reguleringsrisico vormt een compensatie voor een situatie dat regulering per definitie altijd zorgt voor lagere tariefsplafonds en tariefsplafonds nooit stijgen. Dit is voor KPN nadelig.
Geen sprake van dubbele vergoedingen
Het CBb oordeelt dat er geen sprake is van een dubbele vergoeding, zoals T-Mobile en Tele2 hebben betoogd. Daarbij zijn de rendementsvergoedingen ook niet hoger dan wat als redelijk geacht kan worden aangezien het daadwerkelijke rendement van KPN lager is dan de rendementsvergoeding.
Met de uitspraak van het CBb staan de maximumtarieven definitief vast. Deze uitspraak is onherroepelijk, zo onderstreept de ACM.
Maximumtarieven voor toegang tot FTTH netwerk
Met het tariefbesluit ontbundelde glastoegang heeft de ACM bepaald welke maximumtarieven KPN mag rekenen aan concurrenten die gebruik willen maken van haar glasvezelnetwerk naar woningen, het Fiber to the Home (FTTH) netwerk.
