Het BIPT stelt voor om 1 Mbps internettoegang onderdeel te maken van de universele dienst. De uitvoerder van die dienst, Belgacom, legt dan op redelijk verzoek de aansluiting altijd aan, ongeacht het adres. Momenteel kan 99,5 procent van de huishoudens daadwerkelijk 1 Mbps afnemen, maar voor het laatste halve procent wordt kruissubsidie via de UD noodzakelijk geacht, als minimaal sociaal vangnet. België kent een zogeheten sociaal tarief voor de laagste inkomensgroepen. Deze universele dienst moet onderscheiden worden van de digitale agenda voor Europa die hogere bitsnelheden voorstelt dan strikt noodzakelijk om sociale inclusie te verzekeren.
