Broadcom heeft juridisch bindende toezeggingen gedaan aan de EU-mededingingsautoriteiten om ervoor te zorgen dat het bedrijf zijn dominante positie op de markt voor SoC's (systems-on-a-chip)voor settopboxen en internetmodems niet misbruikt. Na voorlopige maatregelen die een jaar geleden tegen het bedrijf werden genomen, heeft de Europese Commissie nieuwe lange-termijnverplichtingen goedgekeurd in de verkoopovereenkomsten van het bedrijf, die zeven jaar geldig zijn.
De Commissie begon met onderzoek naar de verkooppraktijken van Broadcom in juli 2019. Zij maakte zich zorgen over bepaalde exclusiviteit of quasi-exclusiviteit en hefboomregelingen die Broadcom aan klanten oplegde. In oktober 2019 kreeg Broadcom de opdracht om de betwiste bepalingen niet meer toe te passen in overeenkomsten met zes van haar belangrijkste klanten en werden aanvullende voorlopige maatregelen opgelegd voor drie jaar.
Vermijden boetes, sancties
Sindsdien is Broadcom meer lange-termijnverbintenissen aangegaan in een poging boetes of andere sancties voor mededingingsovertredingen te vermijden. De Commissie heeft de markt geraadpleegd over de voorstellen van april van dit jaar, en Broadcom heeft in juli verdere wijzigingen aangeboden. De Commissie zei dat de toezeggingen haar zorgen wegnemen en juridisch bindend zullen zijn voor Broadcom voor de komende zeven jaar. Het bedrijf heeft 30 dagen de tijd om de wijzigingen in zijn verkooppraktijken door te voeren.
Deze praktijken omvatten het niet eisen of ertoe aanzetten van een klant om een minimumpercentage van de levering van Broadcom af te nemen of de levering of gerelateerde voorwaarden voor het afnemen van andere producten van Broadcom. Dit geldt in de Europese Economische Ruimte voor SoC's voor tv-settopboxen, xDSL-modems en glasvezelmodems. In de hele wereld, met uitzondering van China, mag Broadcom van een klant niet eisen dat hij meer dan 50 procent van zijn aanbod van het bedrijf afneemt.
Elke overtreding van de toezeggingen kan nog steeds resulteren in een boete van maximaal 10 procent van de omzet van het bedrijf, zonder dat concurrentieovertredingen moeten worden aangetoond.
