In 2011 had 94 procent van de Nederlandse huishoudens een internetaansluiting, meldt het CBS in de 2012-editie van het jaarlijkse rapport ‘ICT, Kennis en Economie’. In 2005 was dit nog 78 procent. Nederland staat al jarenlang op de eerste plaats van de Eurostat-ranglijst met het grootste aandeel huishoudens dat toegang heeft tot internet. Noorwegen, Zweden, Denemarken en Finland maken de top-5 vol.
Nederlanders gebruiken internet ook steeds frequenter. In 2011 ging 86 procent van de internetgebruikers dagelijks of bijna iedere dag online. In 2005 was dit nog maar 68 procent. De helft van alle internetgebruikers had in 2011 via mobiele apparatuur toegang tot het web. Ruim twee derde van de jongeren van 12 tot 25 jaar heeft een mobiel apparaat (69 procent). Bij 65- tot 75-jarigen is dit aandeel veel kleiner, 13 procent.
De prijzen voor diensten stijgen sinds 2010 weer, na jarenlange dalingen. Het CBS corrigeert zo goed mogelijk voor de groei in kwaliteit, zoals hogere downloadsnelheden. De prijzen voor mobiele telefoons zijn echter sterk gedaald.
