Europese bedrijven, overheden en andere organisaties komen er gemiddeld na 175 dagen achter dat ze het slachtoffer zijn geworden van een cyberaanval. Dat is fors meer dan in 2016, toen het gemiddelde op 106 dagen lag. In mondiaal opzicht scoren Europese organisatie niet goed. Het gemiddelde lag hier in 2017 op zo’n 100 dagen. Dat stelt security-aanbieder FireEye.
Volgens de studie van het bedrijf zijn financiële instellingen het belangrijkste doelwit van cyberaanvallen, gevolgd door overheden. Volgens FireEye zijn niet alle oorzaken van de langere tijdsduur negatief. Zo zouden overheden meer oog hebben gekregen voor digitale dreigingen. Omdat de aanpak ervan verbeterd is, zijn er ook langer lopende aanvallen naar boven gekomen die het beeld hebben vertekend.
Hackers steeds agressiever
Wel merkt FireEye op dat zowel cybercriminelen als door overheden gesteunde hackers steeds agressiever worden en steeds meer middelen tot hun beschikking hebben. Vanwege een tekort aan deskundige IT-medewerkers, wordt het voor bedrijven steeds moeilijker om bij te blijven. Deze achterstand zal de komende jaren groeien.
In de regio 'Azië-Pacific' duurde het in 2017 het langst voordat een aanval ontdekt werd, gemiddeld 498 dagen. Dat betekent ook dat cyberaanvallers na het binnendringen in een bedrijfsnetwerk langdurig actief kunnen blijven. Ongeveer de helft van de bedrijven die slachtoffer werd van een hack of andere cyberaanval, kreeg binnen zes maanden met een nieuwe succesvolle aanval te maken.
