Voor eHealth moet nog veel worden gedaan om de gestelde doelen te halen, zo blijkt uit een nulmeting naar de stand van zaken. Nivel, onderzoeksinstelling voor de gezondheidszorg, heeft de nulmeting uitgevoerd samen met Nictiz, het expertisecentrum voor standaardisatie in de zorg.
Vorig jaar heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) drie doelstellingen geformuleerd om patiënten meer regie over hun gezondheid en zorg te geven door de inzet van eHealth: directe toegang tot eigen medische gegevens; zelfstandig metingen uitvoeren, zorg op afstand via een mobiel device.
10% al inzage in medische gegevens
De eerste doelstelling is dat (over vijf jaar) 80 procent van de chronisch zieken direct toegang heeft tot bepaalde medische gegevens, waaronder medicatie-informatie, vitale functies en testuitslagen, en dat deze gegevens in een app of platform gebruikt kunnen worden. Voor de overige Nederlanders is dat 40 procent.
Het resultaat van de nulmeting is dat ongeveer 10 procent van de chronisch zieken zegt inzage te hebben gehad in hun medische gegevens via internet bij één of meerdere zorgverleners in het afgelopen jaar. Chronisch zieken blijken niet goed op de hoogte te zijn van inzagemogelijkheden in hun medische gegevens via het internet, concludeert Nivel.
Zelfstandig metingen doen
De tweede doelstelling is dat 75 procent van de chronisch zieken en kwetsbare ouderen zelfstandig metingen kan uitvoeren, met begeleiding op afstand.
Van alle chronisch zieken doet nu 40 procent zelfmetingen, van de kwetsbare ouderen 36 procent. Ongeveer de helft van de metingen wordt niet gedeeld met zorgverleners, maar is alleen om bijvoorbeeld de bloedsuikerwaarde te controleren.
Zorg op afstand via beeldscherm
Doelstelling drie is dat binnen vijf jaar iedereen die zorg en ondersteuning thuis ontvangt de mogelijkheid heeft om – desgewenst - via een beeldscherm 24 uur per dag met een zorgverlener te communiceren. Naast beeldschermzorg wordt hierbij ook domotica ingezet. Dit draagt eraan bij dat mensen langer veilig thuis kunnen wonen. Op dit moment is het echter vijf procent.
Vooral bij 75-plussers lijkt beeldschermzorg nog ver weg. Van deze groep beschikt slechts 26 procent over een tablet, blijkt uit onderzoek van Telecompaper. De smartphone is met 13 procent nog minder populair. Vooral de 85-plussers beschikken nog nauwelijks over deze mobiele apparaten.
De resultaten van de nulmeting worden verwerkt in de eHealth monitor die in het najaar uitkomt.
