De totale kijktijd naar de 'grote televisie' nam in juni met 6 procent op jaarbasis toe tot gemiddeld 180 minuten per dag. Live lineair kijken nam af, terwijl uitgesteld kijken en VOD hun groei als gevolg van de coronacrisis handhaafden. Dat blijkt uit het junirapport van de Stichting Kijkonderzoek (SKO).
Met 180 minuten gemiddeld voor de grote televisie (ander schermen doen in dit onderzoek niet mee) lag de totale kijktijd in juni 10 minuten of 6 procent hoger dan in juni 2019. Dit totaal is op twee manieren te splitsen.
- Lineaire televisie was goed voor 137 minuten (onveranderd), terwijl andere zaken (VOD) met 30 procent (10 minuten) toenamen tot 43 minuten.
- Lineaire televisie is te splitsen in live lineair kijken, dat 3 procent (5 minuten) afnam tot 116 minuten, en uitgesteld kijken, dat met 25 procent (5 minuten) toenam tot 21 minuten.
- Lineair t.o.v. VOD staat op afgerond 76/24. Een jaar geleden was dat 81/19.
- Live t.o.v. uitgesteld komt op 85/15. Vorig jaar juni was dat 88/12.
Wat seizoenseffecten betreft, blijft de coronacrisis voorlopig een rol spelen, al werd deze op papier in juni kleiner door een aantal versoepelingen per 1 juni. Daarom is het des te opvallender dat uitgesteld kijken en VOD hun hoge groei handhaven, maar ook dat live lineair kijken op jaarbasis daalt.
De marktaandelen tijdens de avonduren laten een verschuiving zien van de NPO naar de andere omroepen. De NPO, met zomerprogrammering en zonder sportevenementen, viel terug naar 36,9 procent, van 39,2 procent in mei. RTL (27,2%), Talpa (20,6%) en de overige partijen (15,3%) wonnen licht. Evenwel domineerde de NPO nog altijd de top 25 van best bekeken programma's, met 20 noteringen (RTL 3, Talpa 2).
