Deze zomer wordt het alarmeringsnetwerk van P2000 vernieuwd. In het najaar wordt het spraaknetwerk T2000 vervangen. Pas daarna, in 2019, worden de meldkamers vernieuwd. Eerst zouden deze werkzaamheden gelijktijdig worden uitgevoerd, maar de overheid vindt het toch beter om de uitvoering (en de risico’s) te spreiden.
De nieuwe antennes worden dus eerst nog op de oude meldkamer aangesloten. Later worden de nieuwe meldkamers aangesloten op het radionetwerk, dat dan al vervangen is. Omdat de vernieuwing meer tijd kost, heeft de overheid een extra onderhoudscontract nodig. Dit is inmiddels afgesloten, met Nokia en Koning & Hartman.
De problemen met gaten in de netwerkdekking spelen al een jaar of tien en zijn nog niet opgelost. In 2009 is het project ODIN (Oplossen Dekkings Issues Nederland) opgestart om knelpunten en gaten in de dekking aan te pakken. In vijf jaar tijd zijn er 60 knelpunten aangepakt, vaak met een extra mast. In 2014 was er nog een lijst met dertig knelpunten over, deze worden met voorrang aangepakt in de vernieuwing die nog zal plaatsvinden. Ook de komende tijd blijft er extra aandacht voor knelpunten. C2000 is nu een robuust en betrouwbaar netwerk, stelt het ministerie.
De kosten van C2000 vallen hoger uit. De vernieuwing van het netwerk gaat 185 miljoen euro kosten voor externe leveranciers, de overheid besteedt er zelf 40 miljoen aan. Door de vertraging moet het oude systeem langer in onderhoud blijven, een extra kostenpost die inmiddels is aanbesteed. De samenvoeging van de meldkamers loopt vertraging op en dat kost nog 25 tot 30 miljoen euro extra.
In de huidige planning zal medio mei 2018 de nieuwe meldkamer in Rotterdam als eerste samengevoegde meldkamer worden aangesloten op de landelijke ICT-voorziening voor het meldkamerdomein. Als gevolg van de latere oplevering van het nieuwe C2000 systeem zal deze meldkamer in eerste instantie nog gaan werken met het huidige C2000 systeem.
Overheid wil eigen netwerk voor mobiel internet
C2000 is vooral bedoeld voor spraakverkeer en niet of nauwelijks geschikt voor mobiele data. De sector OOV (openbare orde en veiligheid) ziet het gebruik van mobiel internet echter sterk groeien. Ambtenaren willen bijvoorbeeld allerlei databases online bevragen. Diensten willen ook gaan werken met camera’s, drones, sensoren en andere nieuwe technologie.
De mobiele connectiviteit wordt ingekocht bij de mobiele operators, met als nadeel dat de beschikbaarheid niet op dezelfde manier gegarandeerd kan worden als met een afzonderlijk netwerk.
De overheid bekijkt manieren om dus een apart datanetwerk te ontwikkelen voor missiekritische diensten. In de eerste jaren zal het gaan om mobiel breedband naast C2000, in een latere fase (na het verstrijken van de technische en economische levensduur van het vernieuwde C2000) zal mobiel breedband de primaire communicatievorm worden.
TNO verkent opties
In opdracht van het Rijk is TNO bezig met onderzoek naar de mogelijkheden van missiekritische diensten. Er moet worden gekeken of 4G/5G en Network Slicing voldoende garanties geven. De diensten vereisen voorrang op andere gebruikers. De technologie is de komende jaren nog niet rijp om C2000 te vervangen, verwacht de overheid.
Er wordt ook gekeken naar de optie om spectrum in de 700 MHz-band apart te houden. In heel Europa komen frequentieblokken van 2x30 MHz (meestal drie vergunningen van 10 MHz) beschikbaar voor mobiele operators, maar er zijn ook nog andere frequenties beschikbaar: in de guard bands naast de 700 MHz licenties en in de brede ‘center gap’ die de uplink en de downlink van elkaar scheidt.
Over deze stukken is de Europese besluitvorming nog gaande. Mogelijk wordt 2x8 MHz daaruit gehaald en apart gehouden voor de OOV sector.
TNO heeft onlangs een studie gepubliceerd naar een verwant onderwerp, namelijk netneutraliteit in 5G-netwerken. Als de overheid absolute voorrang wil op netwerken, moet dat wel in overeenstemming worden gebracht met de regels.
