Tegen eind 2020 worden de laatste stappen gezet in het redesign van het Belnet-netwerk. Met dit project wil Belnet de stabiliteit, redundantie en prestaties van het netwerk aanzienlijk verbeteren. In de laatste fase lag de focus op het verhogen en herverdelen van de externe capaciteit.
Aanleiding van het redesignproject, dat in 2017 van start ging, waren problemen met de redundantie van het netwerk en de verdeling van het verkeer tussen de beschikbare interfaces. Een nieuwe netwerkstructuur, die Belnet beter zou wapenen tegen incidenten en een hogere redundantie bood, drong zich op.
In de eerste plaats werkten de netwerkarchitecten van Belnet diverse scenario’s uit die tegen elkaar werden afgewogen. Die uitgebreide studiefase leidde uiteindelijk tot één optimaal scenario dat vervolgens in detail werd uitgewerkt. Ook de voorbereiding van de implementatie, inclusief budgetgoedkeuringen en bestellingen, werd in deze fase van het project afgerond.
Een volgende grote stap bestond uit de gefaseerde implementatie van het eigenlijke redesign. Het Belnet-netwerk werd in zones opgedeeld om de impact op klanten tot een minimum te beperken. Ook de FedMAN-ring werd herbekeken.
Dit jaar werd de derde en laatste fase van het project geïmplementeerd. Daarbij lag de focus op de betere verspreiding van de externe connectiviteit en de uitbreiding van de externe capaciteit. Onder meer de externe capaciteit in het Point of Presence in Evere werd gedecentraliseerd, waardoor incidenten in deze PoP voortaan een veel kleinere impact zullen hebben op de rest van het Belnet-netwerk.
De uitbreiding van de externe capaciteit vormde een tweede belangrijke verbetering. De capaciteit naar omringende Internet Exchanges werd sterk verhoogd. Voortaan is het Belnet-netwerk aan 60 Gbit/s verbonden met het Nederlandse AMS-IX en aan 30 Gbit/s met LINX in Londen. De netwerkspecialisten van Belnet zorgden eveneens voor een upgrade van de verbinding met ons eigen internetknooppunt BNIX (van 20 naar 60 Gbit/s).
Ook de transitcapaciteit (naar GTT, Telia en Cogent) werd aanzienlijk uitgebreid. Momenteel gaat 1/4de van het verkeer naar transitnetwerken. Dankzij de upgrade kan Belnet het volledige huidige verkeer door IP transit routeren. Dit geeft de beschikbare bandbreedte een extra marge in het geval van DDoS-aanvallen.
In het voorjaar van 2020 kreeg de redundante verbinding naar het pan-Europese GÉANT-netwerk al een upgrade naar 100 Gbit/s. De capaciteitsverhoging werd sneller dan voorzien uitgevoerd om beter te kunnen inspelen op de noden van één van onze aangesloten onderzoekscentra.
De aanwezigheid van GÉANT op verschillende internetknooppunten zoals AMS-IX en LINX biedt ook voordelen voor Belnet. Door gebruik te maken van de GÉANT peering service krijgt Belnet namelijk alle routes binnen van de peering partners van GÉANT die op deze platformen aanwezig zijn. Op die manier kan Belnet zijn 'escape routes' aanzienlijk uitbreiden.
Sinds kort is Belnet bovendien aanwezig op het NetherLight platform. NetherLight is een open netwerkexchange die het mogelijk maakt om snelle internationale verbindingen op te zetten met (onderzoeks)netwerken wereldwijd. Zo zijn onder meer het CERN, Internet2 en NorduNET al aanwezig op het platform. Dit biedt interessante mogelijkheden voor de onderzoeksinstellingen van de Belnet-community.
