Een mogelijke boete tegen Twitter voor het overtreden van de EU-privacywetgeving is uitgesteld vanwege onenigheid tussen nationale toezichthouders in de EU. De Ierse commissaris voor gegevensbescherming stelde in mei een schikking van de zaak voor, maar heeft sindsdien een arbitrageprocedure moeten starten, nadat het overleg met andere nationale toezichthouders in de EU tot verschillende meningen heeft geleid, meldt de Wall Street Journal.
Ierland is de belangrijkste toezichthouder voor alle activiteiten van Twitter in de EU. De algemene verordening gegevensbescherming vereist echter dat nationale regelgevende instanties overleg plegen met hun tegenhangers in andere landen wanneer een besluit gevolgen heeft voor meerdere landen.
De zaak betreft een beveiligingslek dat volgens Twitter in januari 2019 is verholpen. Over een periode van meer dan vier jaar heeft de inbreuk de privé-tweets van sommige gebruikers blootgelegd. De privacy toezichthouder van Ierland zei in haar jaarverslag 2019 dat de focus van de zaak ligt op de vraag of Twitter heeft voldaan aan zijn verplichting om de inbreuk tijdig te melden. Dit kan leiden tot boetes tot wel 2 procent van de jaaromzet onder de AVG.
Een ontwerpbesluit over de zaak is in mei naar de EU-toezichthouders voor gegevensbescherming gestuurd. Verdere besprekingen konden hun meningsverschil niet oplossen, dus heeft de Ierse waakhond een geschillenbeslechtingsproces gestart met de European Data Protection Board, de overkoepelende organisatie voor de toezichthouders. Het is niet bekend wat de bezwaren tegen het ontwerpbesluit waren.
De EDPB heeft nu een maand om een tweederde meerderheid van de lidstaten te bereiken en als dat niet lukt, nog een maand om een absolute meerderheid te zoeken. Komt het nog steeds niet tot overeenstemming, dan brengt de voorzitter van het bestuur de doorslaggevende stem uit.
