De Eerste Kamer bespreekt op 17 januari de Telecommunicatiewet. De plenaire behandeling is (onder voorbehoud) verplaatst van 14 februari naar dinsdag 6 maart. Minister Verhagen (EL&I) gaat in een brief nader in op de situatie rond Novec, dat de hoge omroepmasten exploiteert.
Met een amendement (op initiatief van VVD en CDA) op de Telecommunicatiewet is de bepaling opgenomen dat Novec aan huurders als KPN en Broadcast Partners een tarief in rekening moet brengen dat ‘efficiënt’ is. Minister Verhagen herhaalt dat hij daar grote moeite mee heeft, omdat het wetsartikel een systeem verplicht stelt voor de beoordeling van de kosten die Novec in rekening brengt. Het is echter nu zo dat Opta zo’n systeem ontwikkelt, op het moment dat een marktanalyse daar aanleiding toe geeft. Verhagen denkt dat het op gespannen voet staat met de Europese regelgeving, maar dat oordeel is echter aan de Europese Hof van Justitie.
Opta vult het begrip ‘redelijke vergoeding’ als de daadwerkelijke kosten, vermeerderd met een redelijk rendement. Dat zou worden doorkruist. De belangentegenstelling is evident tussen verhuurder Novec en de huurders, KPN Broadcast en Broadcast Partners. Verhagen denkt dat Novec door het amendement niet meer in staat zal zijn om de desbetreffende antenne-opstelpunten op een bedrijfseconomisch verantwoorde manier te exploiteren.
Novec heeft de minister om een overgangstermijn gevraagd en Verhagen heeft overleg gevoerd over die situatie. Hij geeft aan niet te kiezen voor een overgangstermijn, die de wens van de Tweede Kamer zou negeren en de periode van rechtsonzekerheid zou verlengen.
