BIPT en de drie regionale regulatoren voor de media (VRM, CSA en Medienrat) willen de Belgische kabelbedrijven ‘open access’ opleggen. Het gaat om de operators Telenet, Brutélé, Numéricable, Tecteo (bekend onder de merknaam Voo) en AIESH en de onderhavige diensten zijn analoge en digitale televisie en breedband, maar ook de triple play. Het gaat vooralsnog om een voorstel, waarop de marktpartijen tot 18 februari 2011 kunnen reageren. De toezichthouders hopen tegen de zomer met definitieve regulering te kunnen komen. Telenet is tegen en wijst op de bestaande infrastructuurconcurrentie van DSL, satelliet, DTT en de kabel. Het aandeel Telenet, dat drie dagen geleden nog een ‘high’ neetzette van 32,45 euro, noteert fors lager, rond 28 euro. Ter relativering: de koers is terug op het niveau van twee maanden geleden. En twee jaar geleden stond de koers nog op 10 euro. Telenet doet het sinds de herfst van 2008, net als alle Europese kabelaandelen, zeer goed op de beurs.
De Belgische plannen doen natuurlijk sterk denken aan wat de Opta in Nederland voor ogen had met de WLR-C regulering, die door de rechter echter werd afgekeurd. In België gaat men aanzienlijk verder: het is niet alleen Telenet, en het gaat niet alleen om analoge TV. Daarbij liggen de prijzen in België ogenschijnlijk hoger. Zo kost een triple play, met 30 Mbps, bij Telenet 75 euro per maand.
De koersreactie suggereert dat Telenet iets verschrikkelijks boven het hoofd hangt. Echter, wholesale kan niet alleen een gezonde nieuwe business opleveren, maar ook in een betere concurrentie met Belgacom resulteren – zoals KPN zijn wholesaleklanten ook ziet als partners in de strijd met de kabel. Belgacom heeft immers, op basis van zijn VDSL-netwerk, een stevige positie opgebouwd op de Belgische TV-markt met 920.000 IPTV abonnees. Voor de toezichthouders is er alle reden om de kabel te reguleren, want alleen dan ontstaat een ‘level playing field’ en symmetrie in de regelgeving. Uiteraard wijst Telenet, onderdeel van de Liberty Global familie, op het bestaan van infrastructuurconcurrentie, maar satelliet en DTT (digital terrestrial television) zijn geen tweeweg netwerken en de toezichthouders kijken uitdrukkelijk niet alleen naar televisie, maar ook naar de triple play.
Hebben de plannen kans van slagen? De Nederlandse casus belooft niet veel goeds. Deze liep stuk op afbakening: de regionale afbakening was, volgens de rechter ondeugdelijk en de afbakening van wat analoge TV is, was ook al niet voldoende (zie ons commentaar ‘Opta heeft een zware taak om 'WLR-C 2.0' te realiseren’). Wellicht stuit een regionale afbakening in het federale België niet op het zelfde probleem als in Nederland, maar de vraag is vooral wat de EC ervan vindt. Invoering voor de zomer lijkt sowieso onhaabaar, gelet op eventuele juridische stappen.
Maar de zaak kan ook omgedraaid worden. Als men er in België in slaagt op deze manier de kabel te openen, dan kan dat een voorbeeld zijn voor Opta en andere regelgevers. In dat geval is de weg blijkbaar niet de beperking (eerst alleen kijken naar analoge TV), maar juist een brede aanpak, waarbij ook de triple play wordt meegewogen om te bepalen wie aanmerkelijke marktmacht heeft.
