Bijna 60 procent van de Nederlandse huishoudens kan tegenwoordig online via een smart tv. Bijna een derde heeft een andere manier om via de tv websites zoals YouTube of streaming-diensten te gebruiken - zoals een laptop, mediaspeler of Chromecast. Slechts 13 procent van de huishoudens heeft geen mogelijkheid om via de tv online te gaan. Dat blijkt uit onderzoek van Telecompaper in het vierde kwartaal van 2020.
De afgelopen tien jaar is het aantal huishoudens dat online kan gaan via een (smart) tv sterk gegroeid. Ging het in het eerste kwartaal van 2011 nog om 30 procent, in het vierde kwartaal van 2015 was dat al verdubbeld naar 61 procent. In de jaren daarna vlakte de groei procentueel gezien iets af, om in het vierde kwartaal van 2020 uit te komen op 87 procent.
58 procent huishoudens via smart tv online
Het merendeel van de huishoudens kon in 2011 en kan nu nog steeds via de smart tv online. In het eerste kwartaal van 2011 was de smart tv om via de tv online te gaan samen met het aansluiten van een laptop de meest gebruikte methode: 11 procent versus 8 procent. De Bluray-speler en de Wii game console waren destijds met allebei 4 procent ook relatief veelgebruikte mogelijkheden.
Inmiddels is de smart tv veruit de meest gebruikte methode om via de tv naar websites zoals van YouTube te gaan. 58 procent van de respondenten uit het Consumer Insights-panel van Telecompaper noemt deze methode. 10 procent noemt de laptop, terwijl de percentages bij Bluray en de Wii ongewijzigd zijn.
Naast de smart tv is de Chromecast-dongle van Google inmiddels de tweede meest gebruikte manier om online te gaan via de tv: 18 procent. Deze methode is sinds 2014 beschikbaar en is sindsdien snel in gebruik gegroeid. Minder groot is de groei voor Apple TV: van 2 procent van de respondenten in Q4 van 2012 naar 5 procent in het vierde kwartaal van dit jaar.
iTV Box veel gebruikt
Relatief nieuw is het gebruik van een iTV box zoals Horizon van Ziggo. Sinds het vierde kwartaal van 2017 wordt deze methode meegenomen in de vraag aan respondenten van het Consumer Insights-panel. In sneltempo is het gebruik hiervan gegroeid naar 17 procent in Q4 van 2019, om daarna vrij stabiel te blijven.
