Duitse oppositiepartijen en de vakbond Ver.di hebben kritiek geuit op de hoge kosten die netwerkexploitanten moeten betalen voor de 5G-frequenties. De tussenstand van de frequentieveiling staat na 222 rondes op bijna EUR 5,4 miljard.
Reinhard Houben, economisch woordvoerder van de parlementaire fractie van de liberale partij FDP en lid van de adviescommissie van het Federale Netwerkagentschap, zei dat de staat "weinig of geen geld zou moeten aannemen" voor de toewijzing van de frequenties nu er ook strengere eisen worden opgelegd voor netwerkdekking. Houben zei ook dat de operatoren beperkt worden in hun vermogen om te investeren door de hoge kosten van de frequentietoewijzing van dit jaar. Bovendien zou de uitrol van netwerken niet gebaseerd moeten zijn op bevolkingsaantallen, voegde Houben eraan toe, omdat het "keer op keer" tot witte vlekken zal leiden.
'Hoge licentiekosten slecht voor uitrol 5G'
Oliver Krischer, vice-hoofd van de Groene partij in het Duitse parlement, vindt de hoge biedingen ook problematisch, omdat dit kan leiden tot hogere 5G-tarieven voor eindgebruikers en tot tragere uitbreiding van het mobiele netwerk voor 5G en LTE.
Christoph Heil van de vakbond Ver.di zei dat "elke euro die in de industrie overblijft belangrijk is". Hij voegde eraan toe dat de exploitanten gedwongen zouden kunnen worden om meer te lenen dan gepland of externe investeerders aan boord moeten halen vanwege de hoge kosten die de veiling met zich meebrengt. Het zou dus de druk op de telecommunicatie-industrie verhogen om via 5G winst te maken ten koste van de werknemers.
