Minister Verhagen wil niets veranderen aan de reservering voor nieuwkomers in de spectrumveiling – die houdt hij op 2x10 MHz. Verhagen geeft daarmee een eigen interpretatie van de twee tegenstrijdige moties over de 800 MHz-band. De Tweede Kamer vroeg om een reservering van 2x15 MHZ, maar ook om een reservering van twee keer 2x5 MHz. Wel gaat de uitrolverplichting omhoog naar 40 procent van het Nederlandse grondgebied. Het verbod op doorverkopen, zoals voorgesteld door de PvdA, wijst hij af, omdat er al een beoordelingsmogelijkheid in de wet staat.
Op 18 mei heeft de Tweede Kamer vier moties aangenomen over de frequentieveiling. CDA en VVD willen de 10 MHz-reservering splitsen in twee kavels van vijf. De motie Verhoeven (D66) wilde verruimen naar 2x10 + 2x5. Verder is gevraagd om een verbod op doorverkopen en om een strengere uitrolverplichting.
Verhagen legt de wensen van de Tweede Kamer hij uit als “een situatie waarbij via een zodanige vormgeving van de veiling en aanvullende voorwaarden er een zo groot mogelijke, verantwoorde garantie bestaat op twee nieuwe toetreders die effectief concurreren in een groot deel van Nederland over een langere tijd.”
En dat doet hij door niets te veranderen. Hij blijft bij zijn eerdere standpunt dat 2x10 MHZ het best is. De twee moties zouden kunnen leiden tot een situatie waarbij vooraf vast staat dat er twee toetreders zijn. Een veiling met twee reserveringen loopt het risico dat de business case van die twee toetreders niet wordt getest. Hetzelfde geldt voor het model met 2x15 MHZ, waarbij ook de ruimte voor de bestaande partijen verder wordt beperkt.
De uitrolverplichting wordt verhoogd van 15 naar 40 procent van Nederland na vijf jaar. Daarmee voert Verhagen de motie gedeeltelijk uit. De motie beoogde namelijk 40 procent voor alle vergunninghouders in de 800MHz-band, dus ook eventueel die met 2x5 MHZ. Verhagen legt die norm bij een bezit van 2x10 MHz, voor kleintjes op de helft daarvan.
Een motie van Van Dam en Verhoeven (PvdA en D66) wil dat vergunninghouders hun spectrum niet kunnen doorverkopen aan een andere marktpartij, gedurende de looptijd, tot 2030 dus. Ze moeten het teruggeven aan de Staat, die dan beslist over nieuwe uitgifte. Ook bij een fusie moet een deel terug. Achterliggende wens van de motie is om hiermee te garanderen om, naast de verhoogde ingebruiknameverplichting, over langere tijd de twee toetreders op de markt actief te laten zijn.
EL&I stelt echter dat dat een toetredingsbarrière opwerpt, iets waar de Tweede Kamer nu juist tegen is. Het risico dat een vergunning om niet (gratis) moet worden teruggegeven, zou nieuwkomers af kunnen schrikken. Ook zet het de markt voor langere tijd op slot. Verhagen zegt dat de gewijzigde Telecommunicatiewet (hoofdstuk 3) de Staat een mogelijkheid geeft om overdracht van een vergunning te weigeren, bijvoorbeeld bij een fusie. Verhagen zegt toe dat fusies op die manier zullen worden beoordeeld.
Alle wijzigingen moeten nog voor de zomer in een nieuw veilingreglement komen.
