Het actief zijn van meer dan drie MNO’s in een land is goed voor innovatie en voor de consument, zo bepleit de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in een rapport. Als de lokale markt niet geschikt is voor het opzetten van vier of meer MNO’s doen landen er goed aan om de opkomst van MVNO’s te faciliteren, aldus de onderzoekers. De OESO wijst erop dat de hieruit voortkomende concurrentie goed is voor de ontwikkeling van nieuwe diensten en het implementeren van nieuwe technologie.
Volgens de OESO laten bijvoorbeeld de Oostenrijkse, Franse en Israëlische markten zien dat het hebben van vier of meer MNO’s aldaar de algehele prijzen voor telefonie heeft doen dalen en het aanbod heeft doen vergroten. Zo heeft de komst van een vierde MNO in Frankrijk de investeringen in 4G op gang gebracht. Daarnaast wijst de OESO erop dat in landen waar minder dan vier MNO’s actief zijn, het aanbod van bijvoorbeeld internationaal mobiel roamen achterblijft.
In landen waar MNO’s door een overname samengaan, is het volgens de OESO belangrijk om de concurrentiepositie van andere spelers te stimuleren. De organisatie noemt de verkoop van E-Plus aan Telefónica Deutschland als voorbeeld, waarbij deze laatste mobiele netwerkcapaciteit heeft verkocht aan MVNO Drillisch. De OESO breekt verder een lans voor de zogenoemde full MVNO’s voor het verbeteren van de concurrentie in een markt. In slechts ongeveer de helft van de OESO-landen zijn deze full MVNO’s actief.
Daarnaast wijst de OESO op het belang van de opkomst van private virtual network operators voor het ontwikkelen van M2M-diensten. Nederland is volgens de organisatie voorloper op dit gebied, waar begin 2014 IMSI-nummers zijn vrijgegeven voor gebruik door dergelijke partijen. De OESO is een samenwerkingsverband van 34 voornamelijk Westerse landen om sociaal en economisch beleid te bespreken, te bestuderen en te coördineren.
