De Autoriteit Consument en Markt beslist dat een grondeigenaar verplicht is te gedogen dat door KPN glasvezel(s) worden ingeblazen in een lege HDPE-buis, zo stelt de waakhond in een dinsdag gepubliceerd besluit. Dat oordeelt de ACM op basis van het tweede lid van Artikel 5.2 van de Telecommunicatiewet, waarin staat dat de gedoogplicht zich ook uitstrekt tot niet-openbare gronden voor zover het de aanleg, instandhouding of opruiming van andere dan lokale kabels betreft.
KPN zegt dat het bedrijf sinds juni 2020 bezig is geweest om overeenstemming te bereiken met de grondeigenaar. Hij zou geen medewerking willen verlenen aan de provider, tenzij KPN hem een vergoeding zou betalen van EUR 5.000. KPN noemt dat bedrag 'exorbitant', te meer omdat het gaat om werkzaamheden aan bestaande buizen waarover in het verleden al overeenstemming is bereikt wat betreft de aanleg ervan.
De grondeigenaar stelt juist dat KPN onvoldoende oog heeft voor toekomstige schade die hij kan lijden door de werkzaamheden van KPN. Hij verwijt KPN dat het bedrijf niet komt met een serieus schadevergoedingsvoorstel en is bang dat hij de schade niet of 'pas na veel gedoe' terug zou krijgen.
Gedoogplicht geeft geen recht op vergoeding
In zijn besluit zegt de ACM dat de gedoogplicht zoals die beschreven wordt in de Telecommunicatiewet 'geen grondslag biedt voor een vergoeding aan de zijde van de gedoogplichtige voor de inbreuk op zijn eigendomsrecht.'
Op basis van artikel 5.7 is er wel een grondslag voor een vergoeding voor geleden schade bij aanleg, instandhouding of opruiming van de kabels. Daarover kan de kantonrechter beslissen. "Een dergelijk geschil of onzekerheid rondom de hoogte van schadevergoeding biedt echter geen grondslag voor de grondeigenaar om zich van overeenstemming over de tijd, plaats en wijze van uitvoering van werkzaamheden te onthouden", aldus de ACM. Zowel dit jaar als vorig jaar wees de Autoriteit al klachten over de gedoogplicht af die door grondeigenaren waren ingediend.
