ACM heeft een brochure gemaakt met daarin de rechten en plichten voor bedrijven waar de toezichthouder langs gaat. Deze bedrijfsbezoeken vinden meestal onaangekondigd plaats, om er voor te zorgen dat het onderzoeksteam de nodige gegevens ook kan vinden.
ACM meldt dat een bezocht bedrijf ter plekke uitleg krijgt over de situatie. Zo mag een bedrijf binnen redelijke termijn een advocaat oproepen, maar het onderzoek wordt daar niet voor stilgelegd. Onderzoekers van ACM mogen bedrijfsruimtes betreden, maar ook auto’s en woningen, indien de rechter-commissaris daarvoor toestemming geeft. Als een onderzoek langer duurt, worden ruimtes verzegeld. Ook kan in principe iedereen worden verhoord.
Na het onderzoek wordt een overzicht gegeven van welke documenten of computersystemen er een kopie is meegenomen. Een bedrijf kan een claim indienen, bijvoorbeeld omdat het vindt dat bepaalde stukken vallen onder de vertrouwelijkheid van contact met de advocaat.
In een algemene folder kan ACM overigens niet vastleggen hoe ver een bedrijfsbezoek kan gaan. Enerzijds zijn bedrijven verplicht om mee te werken en bijvoorbeeld de weg te wijzen naar de administratie. Anderzijds hoeft een medewerker geen antwoord te geven op vragen, indien dat het bedrijf of die persoon zou kunnen benadelen.
Verder zoekt ACM niet zelf de publiciteit. Dat neemt niet weg dat de NMa-invallen bij de mobiele operators nog dezelfde ochtend bekend werden, 6 december 2011. Tijdens een onderzoek doet ACM geen mededelingen over de voortgang van het onderzoek.
De Instellingswet, geldig vanaf 1 augustus 2014, bevat alle bevoegdheden voor ACM. Een groot aantal regelingen is daarvoor gelijkgetrokken en gestroomlijnd.
