Apple wil de iPhone gaan inzetten om verschillende geestesziektes te herkennen en bestrijden, zo rapporteert Wall Street Journal. Het apparaat kan volgens Apple data gebruiken om onder meer depressie, angststoornissen en cognitieve achteruitgang op te sporen.
Apple zou verschillende soorten data willen verzamelen, zoals de gezichtsuitdrukkingen van gebruikers, hoe ze praten, hoe vaak en snel ze lopen, hun slaappatronen en hartslag en ademhaling. Ook typgedrag, zoals typsnelheid, hoeveelheid typfouten en wat gebruikers typen, wordt onder de loep genomen.
Apple gaat samen met de University of California, Los Angeles (UCLA) de mogelijkheden tot opsporing stress, angststoornissen en depressie onderzoeken onder een groep van 3.000 vrijwilligers. Met het farmaceutische bedrijf Biogen gaat de iPhone-fabrikant milde cognitieve achteruitgang onderzoeken. Aan dat onderzoek doen 20.000 mensen mee. De respectievelijke codenamen voor de projecten zouden 'Pi' en 'Seabreeze' zijn.
De hoeveelheid data die Apple voor dergelijke onderzoeken moet verzamelen, kan privacyproblemen veroorzaken. Om dit te verhelpen, wil Apple algoritmes maken die werken op het apparaat van de gebruiker en geen data naar de servers van Apple sturen, zo blijkt uit documenten die door de WSJ zijn ingezien.
De Amerikaanse krant benadrukt dat het werk zich nog in een erg vroeg stadium bevindt en op niets kan uitlopen. Het zou onder meer uitdagend zijn om algoritmen te creëren die betrouwbaar genoeg zijn om specifieke aandoeningen nauwkeurig vast te stellen. Desalniettemin zou onder meer Chief Operating Officer Jeff Williams, die onder meer Apples Health-eenheid leidt, positief zijn over de projecten.
