Het BIPT heeft een gunstig advies uitgebracht over het ontwerp van het koninklijk besluit betreffende de centrale nummerdatabank. De nummerdatabank wordt geraadpleegd door de nooddiensten wanneer zij een noodoproep ontvangen. Aan de hand van de databank kunnen de nooddiensten nagaan welk adres en welke oproeper verbonden is met het nummer dat de noodoproep doet. De wetswijziging die nodig was voor een dergelijke centrale registratie, werd in maart geconsulteerd.
Op enkele kleinere operatoren na leveren alle operatoren abonneegegevens aan deze databank. De databank werd eerder beheerd door Proximus. Dit beheer is echter historisch gegroeid en heeft geen wettelijke basis. Proximus besloot het beheer van de databank eind 2021 stop te zetten.
Daarom heeft minister Petra de Sutter ervoor gepleit om een wettelijke basis te creëren voor een centrale nummerdatabank (CNDB) die door de sector zal worden opgericht en die geraadpleegd zal worden door de nooddiensten, aanbieders van telefoongidsen en telefooninlichtingendiensten.
Operators zullen EUR 400 moeten betalen als eenmalig instaprecht en EUR 200 per jaar als jaarlijks recht. Die bedragen zouden 'voor geen enkele ernstige operator een financieel probleem kunnen vormen', aldus het BIPT. Het resterende bedrag is afhankelijk van de relatieve hoeveelheid nummers die de operator in de databank heeft.
