Netwerkaanbieder Cisco verwacht dat de groei in mondiaal IP-verkeer in de periode 2014-2019 groeit met een CAGR (compound annual growth rare) van 23 procent. Dat is meer dan de 21 procent die Cisco eerder voorspelde voor de periode 2013-2018.
Er is een aantal redenen voor de hogere verwachte groei van het IP-verkeer: steeds meer internetgebruikers, meer persoonlijke devices voor internetgebruik, meer gebruik van M2M-verbindingen, sneller breedband-internetverkeer en meer gebruik van online videodiensten. Volgens Cisco's nieuwste Visual Networking Index komt het mondiale IP-verkeer in 2019 uit op 168 exabytes per maand, tegen 59,9 exabyte per maand in 2014. Dat betekent omgerekend dat er in 2019 op jaarbasis meer IP-verkeer plaatsvindt dan in alle jaren bij elkaar tussen 1984 en eind 2013.
Tegen het einde van 2019 zal ongeveer de helft van de wereldbevolking online actief zijn. Deze 3,9 miljard internetgebruikers zullen samen in totasal 24 miljard persoonlijke devices hebben voor toegang tot internet, 3,2 devices per persoon. Eind 2014 waren er 14 miljard persoonlijke devices in gebruik, ofwel gemiddeld twee per persoon. Cisco voorspelt verder dat het aantal M2-verbindingen in 2014-2019 zal verdrievoudigen naar 10,5 miljard.
Er komen niet alleen meer devices en verbindingen bij, de snelheden worden steeds groter. Er vindt in 2014-2019 een verdubeling plaats, van 20,3 Mbps naar ruim 42,5 Mbps. Het groeiend gebruik van videodiensten en de steeds hogere resolutie stimuleren ook de groei van het mondiale IP-verkeer. Is video in 2015 goed voor 67 procent van al het IP-verkeer mondiaal, in 2019 zal dat 80 procent zijn. Ook streaming muziek (1,7 mld gebruikers in 2019) en mobiele locatiegebaseerde diensten (ruim 2 mld gebruikers in 2019), desktop- en persoonlijke videoconferencingdiensten (220 mln zakelijke gebruikers in 2019) dragen bij aan de verwachte groei.
Ook in 2019 is mobiel internet goed voor slechts een beperkt deel van al het IP-verkeer: 14 procent, versus 53 procent voor WiFi en 33 procent over vaste netwerken. In 2014 waren vaste netwerken nog goed voor 54 procent aandeel, tegen 42 procent voor WiFi en vier procent voor mobiel internet.
