Het Europees Parlement moet tegen invoering van het ACTA-verdrag stemmen omdat het te onduidelijk is hoe het burgerrechten beschermt. Dat schrijft rapporteur David Martin in zijn formele aanbeveling aan de EP-commissie verantwoordelijk voor internationale handel. Volgens Martin is er wel een andere manier nodig om intellectueel eigendom en auteursrechten in de EU te beschermen. Mogelijk kan het openbreken van het verdrag en heronderhandelen over de inhoud hiervoor zorgen, zo schrijft de rapporteur.
Volgens Martin is het gevaar te groot bij invoering van ACTA dat ISP’s moeten optreden als een soort internetpolitie. Dit kan burgerrechten op het gebied van privacy ondermijnen. De Europese Commissie is onder leiding van Commissaris Kroes ook bezig met een nieuw raamwerk voor een vernieuwde en gestandaardiseerde regelgeving op het gebied van auteursrechten. Martin wijst er op dat volgens artikel 42 van het ACTA-verdrag heronderhandeling over de verdragtekst een optie is.
Het Europees Parlement wilde in juni stemmen over invoering of afwijzing van het ACTA-verdrag. De handelscommissie wil een maand extra de tijd nemen om het verdrag door te lichten, zodat de stemming in het EP zelf nu waarschijnlijk tot juli wordt uitgesteld. Veel EU-lidstaten hebben al aangegeven tegen invoering te zijn.
De Europese Commissie heeft ACTA doorverwezen naar het Europees Hof, dat moet bekijken of het verdrag niet in strijd is met Europese burgerrechten. De Commissie heeft het EP opgeroepen de stemming uit te stellen, maar de Europarlementariërs willen niet de 18 maanden wachten die het Hof nodig heeft om een oordeel te vellen. Binnen het EP is er een discussie gaande of ACTA afgewezen moet worden of opengebroken.
