
De Raad van State ziet geen ruimte zich uit te spreken of het ACTA-verdrag, ter bescherming van intellectueel eigendom, strijdig is met de grondrechten voor burgers. Dat geven de ministeries van EL& I en Veiligheid en Justitie in een gezamenlijke verklaring aan. De Raad van State meent dat het, nu de Europese Commissie het Hof van Justitie om advies over de interpretatie van het ACTA- verdrag heeft gevraagd, niet de mogelijkheid heeft om een uitspraak te doen.
Minister Maxime Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) en staatssecretaris Fred Teeven van Veiligheid en Justitie (V&J) hebben dat dinsdag 22 mei 2012 aan de Tweede Kamer laten weten. Het kabinet had eerder dit jaar de Raad van State gevraagd er zijn licht over te laten schijnen. Het kabinet zal het advies van het Hof van Justitie afwachten en niet het ACTA-verdrag ondertekenen totdat onomstotelijk vaststaat dat het verdrag in lijn is met de grondrechten.