Toegang tot internet moet een grondrecht zijn voor iedereen. Dat stelt sir Tim Berners-Lee, die wordt gezien als de grondlegger van het wereldwijde web (www), in het nieuwste rapport van zijn World Wide Web stichting. In het rapport stelt Berners-Lee dat toegang tot internet het mogelijk maakt om economische ongelijkheid tussen landen en mensen te nivelleren, mits rechten zoals vrijheid van meningsuiting, toegang tegen redelijke kosten en netneutraliteit integraal onderdeel gaan uitmaken van de internet-spelregels.
De praktijk is ander, zo stelt de 2014-2015 editie van het jaarlijkse rapport van de stichting. Internet wordt steeds minder vrij en open en steeds minder nivellerend. Bijna 60 procent van de wereldbevolking – 4,3 miljard mensen – heeft geen mogelijkheid om online te komen. De helft van de mensen die wel toegang hebben tot internet, woont in landen waar deze toegang door overheden in meer of mindere mate beperkt wordt. Wetten tegen online afluisteren en aftappen van communicatie zijn voor het merendeel zwak of bestaan helemaal niet in ruim 84 procent van de landen wereldwijd. 38 procent van de onderzochte landen blokkeert wat overheden hier als gevoelige content beschouwen in beperkte of grote mate. Dat is zes procent meer dan in 2013.
Denemarken, Finland en Noorwegen staan in de top3 van landen die profiteren op sociaal en economisch gebied van universele toegang tot internet, relevante content en gebruik hiervan, vrijheid en openheid. Engeland (UK) en Zweden staan op vier en vijf. Onderaan de lijst van 86 landen in de web index van de stichting staan Jemen, Myanmar en Ethiopië.
