Het Amerikaanse Hooggerechtshof neemt een rechtszaak in behandelingover het wel of niet moeten vrijgeven van e-mails die Microsoft heeft opgeslagen buiten de VS. De Amerikaanse overheid eist inzage in deze e-mails. Microsoft stelt dat de overheid geen jurisdictie heeft omdat de e-mails in een Iers datacentrum zijn opgeslagen.
De Amerikaanse overheid, meer specifiek het Department of Justice (DoJ), eiste van Microsoft dat het bedrijf toegang gaf tot versleutelde communicatie op servers van Microsoft in een Iers datacentrum. DoJ vroeg in december 2013 e-mail-verkeer op van iemand die wordt verdacht van drugshandel. Microsoft had dat verzoek geweigerd, met als argument dat de bestanden op een server in Dublin staan. Daarom zou een bevel van de Ierse autoriteiten nodig zijn. In juli 2014 stelde een lagere rechter dat Microsoft de e-mails wel moest overhandigen, waarop het technologieconcern in beroep ging.
Het Amerikaanse ministerie van Justitie stelt dat het opvragen van gegevens – waarbij de bedrijven waar de gegevens opgeslagen staan dit niet mogen zeggen tegen de betrokken personen – noodzakelijk is in de strijd tegen criminelen en terroristen. Een federale rechter bepaalde echter dat Microsoft gelijk had en dat overheid niet het recht had om zelfstandig de e-mails op te vragen. Daarop besloot de Amerikaanse overheid naar het Hooggerechtshof te stappen. Die rechtbank, die een definitief eindoordeel zal vellen, besloot de zaak maandag te accepteren.
