Een beslissing over de eventuele verkoop van aandelen KPN blijft liggen bij de aandeelhouders van KPN. Omdat KPN beschikt over een belangrijke telecominfrastructuur, is het kabinet wel actief betrokken bij het overnameproces. De overheid zal zich inzetten voor een extra borging van publieke belangen via aanvullende bindende afspraken met KPN en América Móvil, wanneer het inderdaad tot een overname komt. Dat schrijft minister Henk Kamp van Economische Zaken in een brief aan de Tweede Kamer.
Het kabinet onderkent, zo schrijft Kamp, dat een eventuele overname van KPN de vraag oproept wat dit betekent voor de borging van publieke belangen. Naast economische belangen betreft het publieke belangen als de continuïteit en de kwaliteit van vitale ICT-infrastructuur onder beheer van KPN, diensten die KPN aan de overheid levert en uiteindelijk ook de nationale veiligheid. Veel overheidsdiensten zijn afhankelijk van de ICT-infrastructuur onder beheer van KPN en van dienstverlening door KPN. Diensten zoals C2000, 1-1-2, de Nood Communicatie Voorziening (NCV) en het Netherlands Armed Forces Integrated Network (NAFIN).
Aspecten als continuïteit van de dienstverlening, integriteit, beveiliging en informatiebeveiliging worden in beginsel geborgd via de Telecommunicatiewet. KPN blijft daarnaast gebonden aan bestaande contracten, stelt Kamp. Waar nodig worden bij deze aanbestede diensten aanvullende contractuele afspraken gemaakt. Verder zal het bedrijf moeten blijven voldoen aan alle huidige wettelijke verplichtingen zoals die in Nederland gelden. Zoals het reguleringskader dat toeziet op gezonde concurrentie en de wettelijke verplichtingen aangaande beschikbaarheid en betaalbaarheid van de universele dienstverlening. De Nederlandse toezichthouders Autoriteit Consument en Markt (ACM) en Agentschap Telecom houden toezicht op de juiste naleving van wettelijke verplichtingen door telecombedrijven. Verder blijft KPN vanzelfsprekend gehouden aan lopende vergunningen.
Met name een overname van KPN door buitenlandse bedrijven die direct of indirect onder oneigenlijke invloed staan, kan gevolgen hebben voor de nationale veiligheid, realiseert de ministre zich. Die kwetsbaarheid van de netwerken en informatie die via deze netwerken loopt, is nu echter ook al aanwezig. 'Het is aan de overheid om genoemde kwetsbaarheden zo volledig mogelijk te ondervangen via wet- en regelgeving, adequaat toezicht en, waar het dienstverlening betreft, aanvullend via contractuele afspraken. In algemene zin worden nationale veiligheidsaspecten met betrekking tot de telecominfrastructuur geadresseerd door de Telecommunicatiewet, de Wet -op de inlichtingenen veiligheidsdiensten 2002 en de Wet veiligheidsonderzoeken.'
Verder zal Kamp samen met de ministers van Veiligheid en Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Defensie bekijken of de bestaande maatregelen nog effectiever kunnen worden toegepast en of aanvullende voorzieningen nodig zijn.
