KPN en vier concurrenten moeten de kosten dragen die in 2005 zijn gemaakt voor het verplaatsen van ondergrondse kabels bij de A12. Dat oordeelt het Gerechtshof Amsterdam.
De zaak dient tussen de Staat der Nederlanden en de bedrijven KPN, Tele2 (destijds Versatel), Viatel Global Communications, UPC Nederland en Eurofiber. Het Hof in Den Haag heeft op 19 januari 2010 uitspraak gedaan, de Hoge raad op 16 december 2011. De Hoge Raad heeft de procedure terugverwezen naar Amsterdam.
Centraal staat de vraag of de Staat als eigenaar van de grond en gedoogplichtige kan eisen dat KPN c.s. ingevolge (thans) artikel 5.8 lid 1 Telecommunicatiewet (hierna: Tw) de kosten dragen van de - voor de uitvoering van de reconstructiewerken noodzakelijke - verplaatsing van de kabels.
Het geschil gaat terug tot feiten op de grond in 2004 in de gemeenten Bleiswijk en Zevenhuizen-Moerkapelle. Voor de reconstructie van de A12 ging grond over van de gemeente naar Rijkswaterstaat. Een deel van die grond ging later weer terug naar de gemeenten.
In die grond moesten communicatiekabels worden verplaatst. Voor de bedrijven leidt dat tot de vraag wie opdracht gaf tot die verplaatsing en of die opdracht juist verlopen is. De bestuursrechter oordeelt dat er geen sprake was van onoirbare situaties. De eis van KPN en de andere bedrijven is afgewezen.
