Het ministerie van Justitie en Veiligheid meldt geen inzicht te hebben in de omvang en ernst van cybercriminaliteit. Minister voor rechtsbescherming Sander Dekker weet ook niet of de capaciteit en het budget van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) voldoende zijn, blijkt uit de antwoorden van vragen uit de Tweede Kamer van PvdA en SP.
Sinds het begin van de coronacrisis zijn deze vormen van criminaliteit wel verder toegenomen. Het is niet bekend in hoeveel gevallen er persoonsgegevens zijn overgenomen. Cijfers over de schade zijn er echter niet. Uit de cijfers van de politie, het OM, de Fraudehelpdesk en het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude is niet te herleiden welke specifieke hack of datadiefstal ook heeft geleid tot fraude.
Geen zicht op oorzaak en gevolg
Ook de AP beschikt niet over informatie over misdrijven die het gevolg zijn van datalekken. Er zijn verschillende manieren om aan informatie en persoonsgegevens te komen en bij het plegen van fraude wordt ook vaak gebruik gemaakt van combinaties van meerdere datasets.
Ook kan er veel tijd zitten tussen het moment dat de gegevens worden gestolen en de mogelijke gevolgen, waardoor een direct verband moeilijk aan te tonen is. Daarnaast hebben slachtoffers vaak zelf geen zicht op hoe de fraudeur aan de gegevens is gekomen, waardoor het niet herleidbaar is.
Het ministerie van Justitie en Veiligheid wil met het demissionaire kabinet geen besluiten meer nemen over het budget van de Autoriteit Persoonsgegevens.
