Op de kabelmarkt geldt geen regulering meer, concludeert toezichthouder Opta uit recente vonnissen van het CBb. De voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft op 15 november een voorlopige voorziening en een beroep van de Stichting Kabelkrant Dinxperlo en de Stichting Regio Video TV te Winterswijk afgewezen, omdat de regulering voor UPC niet meer bestaat. Deze twee lokale kabelkranten hebben een conflict met UPC over doorgifte.
Op 18 augustus vernietigde het CBb de marktanalyses voor de kabel. In deze zaak heeft Opta toen de vraag opgeworpen of dan de verplichtingen uit het vorige marktanalysebesluit herleven. Volgens het CBb is dit niet het geval. Dit zou in strijd zijn met de rechtszekerheid en het systeem van de Telecommunicatiewet. Verplichtingen dienen op grond van de Telecommunicatiewet gebaseerd te zijn op een recente analyse van de marktverhoudingen. Opta heeft begin oktober al gezegd dat het niet meer bevoegd is om over UPC en de kabelkranten te oordelen. Dit wordt nu bevestigd.
