De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties moet beter motiveren waarom hij weigert tapstatistieken over de Algemene inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) te verstrekken. Dat volgt uit een uitspraak van de Raad van State. Dit vonnis is definitief.
Het radioprogramma Reporter had de cijfers over het werk van de AIVD opgevraagd, over het aantal keren dat de minister in de jaren 2002-2008 en 2010-2012 de AIVD toestemming heeft gegeven om te tappen.
Het ministerie weigerde om die cijfers te verstrekken, omdat de nationale veiligheid in het geding zou komen. De nationale veiligheid is aangevoerd als een absolute weigeringsgrond. BZK heeft daarbij weinig tot geen aandacht besteed aan de mening van de toezichthouder op de inlichtingendiensten, het CTIVD. Die vindt dat publicatie van (gegeneraliseerde) cijfers moet kunnen.
Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak had de minister beter moeten motiveren waarom tapstatistieken, al dan niet in combinatie met al eerder openbaar gemaakte informatie, inzicht zouden geven in de aard en omvang van de werkwijze van de AIVD.
Het vonnis van de Raad van State betekent dat het ministerie van BZK een nieuw besluit moet nemen op het oorspronkelijke verzoek van Reporter. Indien BZK dat verzoek opnieuw afwijst, moet die afwijzing worden voorzien van een uitgebreidere motivering.
