Eind 2014 zijn er drie miljard mensen wereldwijd die toegang hebben tot internet, waarvan 2,3 miljard met een abonnement op een mobiel breedbanddienst. De komende jaren zullen er honderden miljoen mensen bij komen op internet en groeit het aantal met internet verbonden devices naar meer dan 35 miljard.
Deze groei heeft ingrijpende gevolgen voor de manier waarop mensen overal ter wereld communiceren, werken, leren en spelen, zo blijkt uit het rapport Juniper Global Bandwidth Index, door Wakefield in opdracht van Juniper Networks geschreven. Het onderzoek voor het rapport is uitgevoerd onder 5.500 mensen in negen landen: de westerse landen Australië, Duitsland, Japan, het Verenigd Koninkrijk en de VS en de opkomende markten Brazilië, China, India en Zuid-Afrika.
Uit de studie blijkt volgens Wakefield een aantal opvallende verschillen tussen westerse en opkomende markten. Het gaat daarbij onder meer om: persoonlijke ontwikkeling versus persoonlijk gemak; onderwijsmogelijkheden; tevredenheid; toekomstverwachtingen.
97% van respondenten in opkomende landen meent dat connectiviteit voor een transformatie heeft gezorgd in hoe zij allerhande essentiële en alledaagse taken volbrengen. Dit is terug te zien in de perceptie van economische mogelijkheden. 40 procent van de respondenten in opkomende markten zegt dat connectiviteit hun verdiencapaciteit heeft verbeterd. In ontwikkelde landen ligt dit percentage op 17 procent.
60 procent van de consumenten in opkomende landen meent dat connectiviteit hun sociale leven heeft veranderd, in vergelijking met 38 procent in ontwikkelde landen. Mensen in opkomende landen zullen met bijna twee keer grotere waarschijnlijkheid zeggen dat connectiviteit hun vriendschappen heeft verbeterd (52 procent versus 27 procent in ontwikkelde landen). In opkomende landen gebruiken bijna twee keer zoveel mensen met internet verbonden apparaten voor onderwijsdoeleinden in vergelijking tot mensen in ontwikkelde landen (24 versus 12%). In ontwikkelde landen zijn mensen meer geneigd om hun verbonden apparaten in te zetten voor praktische dagelijkse taken, zoals bankzaken, winkelen en zoeken naar informatie.Gebruikers in opkomende landen zullen met twee keer zo grote waarschijnlijkheid aangeven dat zij problemen ondervinden met de snelheid en capaciteit van netwerken, de kwaliteit van mobiele apparatuur en het vinden van een internetverbinding dan hun tegenhangers in ontwikkelde landen. Desondanks wijst de Juniper Networks Global Broadband Index er op dat gebruikers in deze landen tevredener zijn met hun connectiviteit dan hun tegenhangers in ontwikkelde landen.
