Google/Alphabet krijgt in zijn strijd met de Europese Commissie steun van binnen de Computer and Communications Industry Association (CCIA) verzamelde technologieconcerns zoals Samsung, Microsoft, Yahoo en Amazon. Google is in 2015 al in beschuldiging gesteld van machtsmisbruik van zijn zoekmachine. Daar is nu een aanklacht wegens machtsmisbruik van zijn mobiele besturingssysteem Android bij gekomen. De CCIA stelt dat overeenkomsten van Google met producenten van Android-devices en mobiele operators juist concurrentiebevorderend waren.
De EC vreest dat Google zijn dominante positie op het gebied van Android-apps heeft misbruikt om licenties voor app-winkel Google Play alleen te verstrekken wanneer zij Google Search als standaard zoekmachine geïnstalleerd werd. Producenten van Android-devices zouden een vergelijkbare eis hebben gekregen, maar dan voor de installatie van de mobiele Chrome-browser. Soms zou Google aan grote producenten of operator zelfs een financiële vergoeding hebben geboden om zo de exclusieve aanbieder van een zoekmachine te zijn op Android-devices, zo blijkt volgens de EC uit onderzoek.
De CCIA stelt dat er nooit sprake is geweest van exclusieve overeenkomsten die operators en producenten verbood om non-Google apps te installeren. De overeenkomsten die Google sloot, zouden daarom de consument eerder meer dan minder keuze hebben gegeven. Daarnaast zorgt pre-installatie van een aantal apps er voor dat er voor alle Android-devices in de basis eenzelfde gebruikerservaring is. Dit helpt in de concurrentie met Apple en vereenvoudigt de overstap tussen Android-devices van verschillende merken.
Ook het sluiten van antifragmentatie-overeenkomsten zou niet bedoeld zijn geweest om concurrentie te beperken, maar om een meer consistente Android-ervaring mogelijk te maken en om ontwikkelaars van de apps de mogelijkheid te bieden apps te maken die op elk Android-device even goed werken. Het verbieden hiervan zou juist negatief zijn voor open source software-platforms en ontwikkelaars.
