Max Kelly, Chief Security Officer bij Facebook, is in 2010 overgestapt naar de NSA, schrijft de New York Times. De krant gebruikt het voorval als illustratie van de complexe en nauwe banden tussen Silicon Valley en de wereld van de inlichtingendiensten. Beide zitten op hetzelfde spoor: het verzamelen, bewerken en analyseren van immense stromen transactional data, data die wordt gegenereerd door apparaten met een internetverbinding.
Enkele jaren geleden zijn de kosten van opslag spectaculair gedaald terwijl de waarde van Big Data spectaculair gestegen is. Sindsdien behoren de Feds tot de grootste klanten van de bedrijven in Silicon Valley. Ze nemen hardware en diensten af, investeren in start-ups en werven onder developers. Op conferenties komen ze inmiddels openlijk uit voor hun werkgever.
Facebook ontkent dat de NSA directe toegang heeft, maar geeft wel gehoor aan (geheime) bevragingen. Anonieme insiders zeggen echter dat de samenwerking soms verder gaat, dat bedrijven zich schikken in het onvermijdelijke en in een vroeg stadium projectteams opzetten samen met de NSA. Al vijf jaar geleden is bij Skype het Project Chess opgezet, om tappen te faciliteren. In de door PRISM-klokkenluider Edward Snowden gepubliceerde documenten staat dat Skype al op 6 februari 2011 aansloot bij PRISM, nog voordat het door Microsoft werd gekocht.
De gemeenschappelijke interesse wordt de komende jaren aldoor groter. De waarde van persoonsgegevens is groter geworden dan de kosten van storage. Dat stimuleert bedrijven om alles voor altijd vast te leggen. Voor de NSA telt dat consumenten dingen aan Facebook toevertrouwen die ze nooit aan de overheid zouden geven.
