Opta mag boetebesluiten publiceren met de namen van de bedrijven die zijn beboet, ook als tegen dat besluit nog een juridische procedure loopt. Dit vonnist de Raad van State. Bedrijven kunnen wel aan de rechter vragen om publicatie van het besluit op te schorten, via een spoedprocedure bij de Rechtbank Rotterdam of het CBb.
Opta vindt het in het publieke belang dat boetes bekend worden. Het zou de betrokken bedrijven ervan weerhouden om weer in de fout te gaan, potentiële overtreders afschrikken en de consumentenbelangen beschermen. De zaak is begonnen toen Opta in november 2007 een besluit publiceerde met een boete voor Dollarrevenue/ECS International bv. Dat bedrijf tekende beroep aan tegen de boete, maar ook tegen publicatie daarvan. In januari 2010 oordeelde de Rechtbank Amsterdam dat publicatie van boetebesluiten een bedrijf mogelijk onherstelbare schade kan aandoen. Opta hield zich daaraan, maar ging tegen die zaak in hoger beroep bij de Raad van State.
Opta heeft bij de Raad van State om een generieke uitspraak gevraagd en die gekregen. Opta interpreteert het vonnis van de Raad van State als volgt: “publicatie blijft alleen achterwege indien de rechter in een voorlopige voorziening oordeelt dat Opta de boete ten onrechte heeft opgelegd en als de betrokken partij in dezelfde procedure daadwerkelijk heeft gevraagd om de publicatie van het besluit te schorsen.” Opta zal dus namen weer gaan publiceren, ook als de zaak nog onder de rechter is, tenzij bedrijven zich met succes verzetten tegen bekendmaking.
Dat komt voor, bleek in augustus dit jaar. KPN heeft in februari publicatie van een boetebesluit verhinderd via de Rechtbank in Den Haag. Opta bestudeert de gevolgen voor het publicatiebeleid. Een woordvoerster laat weten dat er vijf niet-gepubliceerde boetebesluiten zijn. Een publicatie heeft men zelf aangehouden, twee zijn er door de rechter geschorst, twee zijn nog zo vers dat de bedrijven nog niet de kans hebben gehad om zich te verweren.
