Het ministerie van EZ bevestigt dat KPN de universele dienst eenzijdig heeft opgezegd. KPN kan deze verplichting op grond van artikel 20.1 van de Telecommunicatiewet opzeggen, waarna de verplichting een jaar na opzegging komt te vervallen.
Minister Kamp schrijft aan de Tweede Kamer dat hij onderzoek laat doen naar hoe de UD kan worden ingevuld. Daarbij zal worden bekeken in hoeverre er nog behoefte bestaat aan de gedrukte en elektronische telefoongids en de abonnee-informatiedienst, wat de alternatieven zijn op de markt en wat de verwachtingen zijn ten aanzien van het gebruik van de diensten voor de komende jaren.
In het onderzoek zal daarbij speciaal aandacht worden besteed aan de positie van meer kwetsbare groepen, zoals ouderen, en het gebruik van de diensten in de rurale gebieden.
KPN geeft aan dat de telefoongids en bijbehorende website aan belang verliezen door de opkomst van andere communicatiekanalen, zoals direct messaging, waarvoor het telefoonnummer niet het unieke kenmerk is. Verder blijkt dat veel mobiele nummers niet worden opgegeven voor vermelding in de gids.
EZ informeert de Tweede Kamer voor de zomer over de uitkomsten van het onderzoek. De universele dienst is een verplichting die telkens voor een periode van tien jaar wordt opgelegd. Als er geen bedrijf is dat de dienst op zich wil nemen, wordt er een bedrijf aangewezen, waarvoor KPN meestal in beeld komt.
