Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) houdt vooralsnog vast aan de uitgangspunten voor de geplande 3,5 GHz-veiling. Transparantie voor de deelnemers aan de 3,5-GHz veiling is geen doel van het overheidsbeleid, schrijft het ministerie van EZK aan de Tweede Kamer. Staatssecretaris Keijzer gaat in op het ontwerp, bij het schriftelijk overleg dat de Tweede Kamer voert over de 3,5 GHz-band. De positie van Inmarsat is een gerelateerd onderwerp.
In het voorontwerp van de mobiele 3,5 GHz-veiling zit een verdeling in twee fasen: eerst drie grotere blokken van 60 MHz en daarna de resterende 120 MHz in blokjes van 10 MHz. De drie mobiele operators hebben samen een brief geschreven aan de Tweede Kamer, met als belangrijkste boodschap dat hoge veilingprijzen ten koste gaan van de investeringen in de uitrol van de vergunningen.
Het veilingmodel voor de veiling van 2022 is ontwikkeld door DotEcon, hetzelfde bedrijf dat ook de software heeft geleverd voor de veilingen van 2010, 2012 en 2020. DotEcon gebruikt hiervoor bekende en neutrale informatie, zoals hoeveelheden frequenties, maar ook de beleidsdoelstellingen van de regering. Een daarvan is de specifieke cap, die zegt dat één MNO maximaal 40 procent van de beschikbare 3,5 GHz-vergunningen binnen mag halen.
Meerdere doelstellingen voor EZK
De doelstellingen zijn een efficiënte verdeling van spectrum, realistische kansen voor deelnemers en een realistische opbrengst van de veiling. “De belangrijkste doelstellingen zijn dat de veiling een efficiënte verdeling van spectrum moet opleveren, met realistische kansen voor alle mogelijke deelnemers (zowel bestaande als nieuwe partijen) en met een realistische opbrengst (zeker niet te hoog, maar ook niet te laag). Dat was bijvoorbeeld anders toen bij de Multibandveiling in 2012 de doelstelling was de concurrentie actief te vergroten tot vier marktpartijen door reservering van frequenties voor - toen - kleine partijen en nieuwkomers.”
Naast de hoofddoelstellingen zijn er ook andere, meer uitvoeringsgerichte doelstellingen die ook bij de Multibandveiling in 2020 zijn gehanteerd, namelijk: eenvoud en transparantie. Die laatste betreft de transparantie ván het veilingmodel; de werking van het veilingmodel moet begrijpelijk zijn en de uitkomsten moeten herleidbaar en onomstreden zijn.
“Dat is wat anders dan de transparantie, of beter gezegd het informatiebeleid, ín de veiling. Het is geen gegeven dat in de veiling alle informatie over bieders en hun daadwerkelijke biedingen vooraf, tijdens en na de veiling beschikbaar moet zijn. Dat kan de eerdergenoemde hoofddoelstellingen namelijk schaden. Bij de Multibandveiling in 2020 is er, om invulling te geven aan de hoofddoelstellingen, weinig informatie gegeven aan deelnemers in de veiling zelf. Achteraf zijn de biedingen die zijn gedaan door de verschillende deelnemers in de veiling wel openbaar gemaakt, om op die manier te zorgen dat de uitkomsten herleidbaar zijn.”
Keijzer zegt de Tweede Kamer toe dat zij geen onomkeerbare stappen neemt. De eerste volgende stap is het publiceren en consulteren van de Veilingregeling en de Ontwerpvergunningen. Dit stond gepland voor het eerste kwartaal van 2021, maar er wordt nu geen planning meer gegeven. Het ministerie is nog bezig om reacties te peilen en sluit wijzigingen aan het veilingmodel niet uit.
Streven naar realistische opbrengst
Over de veilingopbrengst zegt Keijzer: “Ik hecht er voorts aan te onderstrepen dat de veiling niet is gericht op opbrengstmaximalisatie, maar op een opbrengst die onder de gegeven omstandigheden realistisch is. Die wil ik bereiken door niet alleen een daarop ingerichte veilingopzet in te zetten, maar tevens door adequate reserveprijzen (“startprijzen”) in de veiling te hanteren. Tussen veilingopzet en reserveprijzen bestaat samenhang. Ik wil er wel op wijzen dat ik onder realistische opbrengsten versta dat niet alleen te hoge prijzen moeten worden voorkomen, maar dat tevens niet te lage prijzen worden betaald voor deze commercieel lucratieve frequenties. De partijen die in de veiling deze frequenties verwerven kunnen ze gebruiken tot en met 2040.”
