De Europese Commissie wil geen ‘one size fits all’ regulering van nieuwe generatie breedband-netwerken. Wel is zoveel mogelijk eenheid nodig in de regulering van nationale toezichthouders. Dat stelde Europees Commissaris Neelie Kroes (Digitale Agenda) dinsdag 30 november in een speech op de ECTA Regulatory Conference in Brussel.
Centraal in het beleid van de Commissie staan twee zaken: ‘Eerlijke tarieven’ voor derde partijen die toegang tot netwerken van incumbents willen; effectieve implementatie van de principes van non-discriminatie voor verticaal geïntegreerde netwerkoperators (zoals KPN in Nederland en Belgacom in België).
De ECTA, brancheorganisatie voor challengers op telecomgebied, benadrukte in een eigen persbericht zich volledig te kunnen vinden in de plannen van de Commissie. “Het is tijd voor een reality check van gereguleerde prijzen”, zo stelde directeur Ilsa Godlovitch van ECTA. “Het is belangrijk voor toezichthouders om te begrijpen wat de echte kosten zijn en niet een theoretische prijs te accepteren die enorme winsten toelaat via netwerken die lang geleden al door de belastingbetaler zijn betaald.”
Kroes benadrukte dat de Europese Commissie verder wil gaan dan alleen woorden. Samen met de EU-toezichthouder BEREC wil de Commissie het komende jaar komen tot duidelijke en transparante regulering waarbij incumbents verplicht worden tot het bieden van gelijkwaardige, open toegang van challengers tot hun oude én nieuwe netwerken. Die gelijkwaardige toegang betreft de tarieven op wholesale-gebied, de dienstverlening en informatie over de netwerken. De guidance op dit gebied moet zo snel mogelijk in 2011 klaar zijn voor consultatie met alle betrokken partijen, aldus Kroes.
Kroes vindt het wel nodig dat elke nationale regulator een bepaalde bandbreedte krijgt in het reguleren van de eigen markt, maar het uiteindelijke doel moet voor elk van de 27 lidstaten gelijk zijn: het toegankelijk maken van (super)snel breedband internet voor elke burger van de EU. “Wij hebben hiervoor nu nieuwe instrumenten tot onze beschikking, waarbij we via een tweede fase onderzoek kunnen nagaan of nationale toezichthouders de juiste regulering voor non-discriminatie structureel toepassen.”
