De overheid heeft hoofdstuk 3 van de Telecommunicatiewet (Tw) en het Frequentiebesluit gewijzigd. De ingangsdatum is 15 maart 2013, samen met enkele lagere besluiten en regelingen. De Tw wordt gewijzigd ter implementatie van de Nota Frequentiebeleid. Flexibilisering staat daarin centraal.
Het Agentschap Telecom/de minister van EZ krijgt een centrale rol bij het frequentiebeleid en bij het wijzigen en vaststellen van het Nationaal Frequentieplan. In het NFP wordt geregeld welke bestemmingen de verschillende frequentiebanden krijgen, hoe de frequentieruimte wordt verdeeld, welke banden voor de zogenoemde publieke taken (defensie, hulpverlening) bestemd zijn en waar medegebruik is toegestaan.
De toewijzing van frequentieruimte voor publieke taken wordt anders geregeld: een overheidsdienst die een vergunning wil, moet dat beschrijven met een behoefte-onderbouwingsplan (BOP). Verder komt er een wettelijke experimenteerregeling, waarmee bedrijven makkelijker een stuk radiospectrum kunnen gebruiken voor onderzoek en ontwikkeling.
Verder is er nu een nieuw instrument om vergunningen uit te geven: de verdeling op afroep (VOA). Kort gezegd komt die erop neer dat spectrum op de plank kan liggen tot zich een gegadigde meldt. EZ inventariseert op dat moment of het spectrum kan worden vergund, of dat er een kleine snelle veiling komt. De markt bepaalt dus het moment van uitgifte, aanvullend op de grote veilingen. In de Multibandveiling is overigens alles verkocht, waardoor de VOA daar niet hoeft te worden gebruikt.
Tot slot zijn de regels en vergoedingen voor medegebruik van omroepfaciliteiten aangepast, wat met name relevant is voor de hoge zendmasten.
Het pakket is op 15 februari in het Staatsblad gepubliceerd, de wijzigingen gaan op 15 maart in. De wetswijziging was medio vorig jaar al gereed, maar EZ heeft ervoor gekozen om te wachten tot de Multibandveiling was afgerond. Anders hadden de deelnemers ‘tijdens de rit’ een wetswijziging gekregen.
