Het ministerie van Infrastructuur en Milieu wil deze kabinetsperiode de ontwikkeling stimuleren van Smart Mobility. Dat schrijft minister Cora van Nieuwenhuizen aan de Tweede Kamer. De ontwikkeling van technologie kan het wegverkeer veiliger, schoner en comfortabeler maken. Dat vergt echter een lange adem en veel samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en partners. Het ministerie heeft vier actielijnen bepaald.
Ten eerste moet het gebruik van bestaande technologie worden gestimuleerd, zoals rijtaakondersteunende systemen. Een voorbeeld van zo’n systeem is een camera in de auto die verkeersborden herkent en dan het voertuig afremt tot de op dat moment geldende maximumsnelheid. Vooral leaserijders moeten zulke systemen gaan gebruiken.
Wetgeving mee-ontwikkelen met nieuwe systemen
De tweede actielijn is de introductie van nieuwe systemen. De marktintroductie van gedeeltelijk autonome (niveau 3 en 4) auto’s komt dichterbij, net als OV busjes zonder chauffeur (pods). Het ministerie beseft dat er nog veel wijzigingen nodig zijn in wet- en regelgeving, zowel binnen Nederland als in Europese regels en internationale verdragen. De overheid wil ook weten dat de software van de zelfrijdende auto actueel is en blijft. Doel is om uiteindelijk een ‘rijbewijs van de zelfrijdende auto’ te ontwikkelen in Europees verband. Door een recente wetswijziging is het gemakkelijker om een vergunning af te geven voor testen op de openbare weg. De Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) houdt daar toezicht op.
De derde en vierde actielijn gaan over de digitalisering en Big Data in de infrastructuur. De Nederlandse overheid wil de infrastructuur op een toekomstbestendige manier onderhouden en vernieuwen. Alle verkeersregelinstallaties op kruispunten moeten connected worden, met niet alleen lussen onder het wegdek (weten of er een auto of fiets staat) maar ook met automatische camera’s en de mogelijkheid om signalen uit auto’s op te pikken.
De overheid heeft zelf die rol bij V2I en I2V (Vehicle-to-Infrastructure en Infrastructure-to-Vehicle) communicatie en wil de ontwikkelingen bijhouden in V2V en V2P (Vehicle-to-People).
