Het ministerie van Economische Zaken kiest opnieuw een strikte benadering van netneutraliteit, met een verbod op prijsdiscriminatie door internetaanbieders. De Europese verordening over netneutraliteit wordt zo streng mogelijk uitgelegd. Het is nog niet te zeggen wat dit betekent voor de markt.
Minister Kamp stelt dat de wetgeving uit Brussel qua tekst genoeg ruimte biedt om toch een verbod op (positieve en negatieve) prijsdiscriminatie op te nemen. In beide gevallen wordt er onderscheid gemaakt. Dat is in strijd met het consumentenbelang, stelt EZ op basis van een andere bestudering van de verordening.
Nederland heeft als een van de weinige EU-lidstaten de netneutraliteit al verankerd in huidige wetgeving. Art. 7.4a van de Telecommunicatie legt de netneutraliteit vast. Dit zorgt onder meer voor een verbod op zero-rating.
Het is in Nederland niet geoorloofd om een videodienst of toegang tot social media aan te bieden, waarbij het dataverbruik niet ten koste gaat van de databundel. Als het aan EZ ligt, blijft dat ook zo. Een meerderheid in de Tweede Kamer heeft hier ook nadrukkelijk om gevraagd.
In andere landen is prijsdiscriminatie echter op dit moment wel toegestaan. Mogelijk gaat Nederland daardoor net als nu een afwijkende koers varen. De Europese Verordening heeft juist tot doel om in de hele EU dezelfde regels in te voeren en de verschillen kleiner te maken.
Minister Kamp benadrukt in zijn brief aan de Tweede Kamer de scheiding der machten tussen het departement en ACM. EZ gaat over de wet, maar ACM bepaalt hoe de praktijk eruit gaat zien. Alle Europese telecomtoezichthouders, via Berec, zijn bezig met het ontwikkelen van richtsnoeren en een gemeenschappelijke visie op toezicht en handhaving.
De toezichthouders vinden het belangrijk dat de verordening overal in Europa op dezelfde manier wordt uitgelegd en dus toegepast. Die criteria voor wat wel en niet is toegestaan, zijn pas eind augustus klaar. ACM kan daarom nog geen inhoudelijke reactie geven op het voorgestelde verbod op prijsdiscriminatie. Het is nog te vroeg om te bepalen of er verschil zit tussen de richtsnoeren en de gewijzigde Telecommunicatiewet, laat een woordvoerster van ACM weten.
