De fusietoezichthouder ACM (Autoriteit Consument en Markten) krijgt niet de vereiste onafhankelijke status, vinden de drie betrokken toezichthouders, NMa, Opta en Consumentenautoriteit. Het ministerie van EL&I heeft de instellingswet voor de ACM naar de Tweede Kamer gestuurd, samen met het advies van de Raad van State.
Opta heeft nu ook het advies van de drie toezichthouders gepubliceerd, dat dateert van 16 augustus. Ze dringen erop aan om in de toelichting van de wet op te nemen hoe de scheiding tussen beleid en toezicht is gedefinieerd. De Raad van State adviseert hetzelfde.
Een tweede kritiekpunt van zowel de toezichthouders als de Raad van State betreft het wetgevingstraject. Verhagen heeft ervoor gekozen om twee aparte trajecten in te zetten. Het ene is de instellingswet, die bepaalt dat de drie toezichthouders worden samengevoegd. Het andere traject is de materiële wet, die alle huidige wetten en regelingen moet vereenvoudigen en stroomlijnen. Nu werken NMa, Opta en CA op basis van eigen regelingen, met onderling afwijkende elementen.
De materiële wet komt (aanzienlijk) later dan de instellingswet. Dat brengt het risico met zich mee dat de ACM besluiten moet nemen op basis van tegenstrijdige regels voor bijvoorbeeld het aanwijzen van inspecteurs, de beslistermijnen of de hoogte van boetes. De toezichthouders vrezen dat de beoogde fusievoordelen onhaalbaar zijn, terwijl de besparingen wel vast worden ingeboekt in de begroting.
Een derde kritiekpunt van de toezichthouders en de Raad van State is de regel dat de ACM beleidsregels vooraf moet laten toetsen door het ministerie. Het wetsvoorstel is op dat punt aangepast, schrijft EL&I in de memorie van toelichting op het wetsvoorstel.
